Een Amerikaanse autoritair
Fascisme is weer in het nieuws met Donald Trump’s kandidatuur voor het Amerikaanse presidentschap. Zijn populistische claim te spreken voor de blanke alleman, samen met zijn dreigende leiderschapsstijl, hebben vergelijkingen opgeleverd tussen deze “autoritair van eigen bodem”, zoals president Barack Obama Trump heeft genoemd, en buitenlandse machthebbers.
Trump is geen fascist. Hij streeft niet naar een eenpartijstaat. Toch heeft hij een door één man geleide politieke beweging gecreëerd die niet past in de traditionele Amerikaanse partijstructuren en zich niet gedraagt op traditionele manieren. Zo is het fascisme ook begonnen.
Een eeuw voor Trump kwam Benito Mussolini op het Italiaanse politieke toneel en verwarde het politieke establishment van het land met zijn onorthodoxe doctrine en tactieken en zijn buitenmaatse persoonlijkheid. De opkomst van Mussolini biedt lessen voor het begrijpen van het Trump-fenomeen – en waarom hij in staat was om een groot deel van de Amerikaanse politieke klasse te ontwapenen.
Vele Italianen wisten niet wat ze van Mussolini moesten denken toen de voormalige socialist het fascisme oprichtte als een “anti-partij” op de hielen van de Eerste Wereldoorlog. Het was een beweging van buitenstaanders, geboren uit de overtuiging dat de gevestigde partijen – samen met de politieke systemen die zij vertegenwoordigden, het liberalisme en het socialisme – gebroken waren of een ernstige bedreiging vormden voor Italië.
Mussolini, een kwikzilveren heethoofd, genoot van zijn rol als politieke verstoorder. Zijn crisisplatforms bevatten een verwarrende mix van socialistische en nationalistische leerstellingen, verwikkeld in tegenstrijdigheden en paradoxen, om zo de traditionele ideeën over politiek uit te dagen. “Is het fascisme gericht op het herstellen van de staat, of het ondermijnen ervan? Is het orde of wanorde?”, beschimpte hij de Italianen in gedrukte pers, zes maanden voor hij het roer overnam als premier.
Meer in deze reeks
Zijn volksaanhangers spraken directer, terroriseerden het Italiaanse achterland als opmaat naar het opeisen van de controle. Mussolini’s opruiende retoriek ter harte nemend, sloegen en executeerden zijn zwarthemden duizenden politieke tegenstanders – waaronder priesters – op bijeenkomsten en in treinen, in winkels, scholen en taveernes. Het dagelijkse geweld bereidde het land voor op een uitzonderlijke uitkomst: In 1922 trok Mussolini op naar Rome en eiste van de doodsbange koning de post van premier op.
Italianen leerden in de jaren twintig wat Amerikanen in 2016 leren: Charismatische autoritairen die een politieke functie zoeken, kunnen niet worden begrepen door het kader van de traditionele politiek. Ze hebben geen interesse in, en geduld voor, gevestigde protocollen. Ze vertrouwen vaak weinig mensen buiten hun eigen familie, of degenen die ze al controleren, wat samenwerking en het opbouwen van relaties moeilijk maakt. Zij werken volgens een ander draaiboek, en dat moeten degenen die de confrontatie met hen willen aangaan ook doen.
Het autoritaire draaiboek wordt bepaald door de specifieke relatie die zulke individuen met hun volgelingen hebben. Het is een gehechtheid gebaseerd op onderwerping aan het gezag van één individu dat boven de partij staat, zelfs in een regime. Mussolini, journalist van opleiding, gebruikte de media op briljante wijze om een directe band met de Italianen te cultiveren die politieke partijen en andere gezagsstructuren in de war stuurde en 18 jaar standhield.
Trump cultiveert ook een persoonlijke band met kiezers, en behandelt loyaliteit aan de Republikeinse Partij bijna als een bijzaak. Daarom legt hij de nadruk op de emotionele inhoud van zijn evenementen – hij “voelt de liefde”, of weert “de haters” af. Al vroeg introduceerde hij een campagneritueel dat meer voorkomt in dictaturen dan in democratieën: een eed waarin steun aan zijn persoon wordt beloofd, compleet met een saluut met rechte arm. Het verzekeren van deze persoonlijke band is een noodzakelijke voorwaarde voor het succes van toekomstige autoritaire acties, omdat het de leider in staat stelt te beweren, zoals Trump doet, dat hij de stem en de wil van het volk belichaamt.
Mussolini’s opkomst aan de macht is ook een voorbeeld van een ander autoritair trekje dat Amerika tijdens deze campagne heeft gezien: De charismatische leider die de grenzen aftast van wat het publiek, de pers en de politieke klasse zullen tolereren. Dit aftasten begint al vroeg en wordt bereikt door controversiële acties en dreigende of vernederende opmerkingen aan het adres van groepen of individuen. Het is bedoeld om de collectieve eetlust en toestemming te peilen voor verbaal en fysiek geweld en het gebruik van extralegale methoden in politiewerk en op andere gebieden. De manier waarop elites en de pers reageren op elk voorbeeld van grensverlegging zet de toon voor het toekomstige gedrag van de leider – en dat van zijn volgelingen.
Mussolini’s testen van Italianen door middel van geweld toonde de zwakte van het heersende politieke establishment. Een mengeling van angst, opportunisme en de wens om het machtige links van Italië te verslaan, bracht veel liberalen ertoe Mussolini te steunen. De meesten hadden een hekel aan hem, maar dachten dat hij kon worden gemainstreamd of tot bedaren gebracht zodra hij wat macht kreeg. Nadat hij premier was geworden, nam het geweld niet af. Toch bleven belangrijke liberale stemmen als de filosoof Benedetto Croce en oud-premier Antonio Salandra hem steunen.
Ten slotte gingen de fascisten te ver. In juni 1924 vermoordden zij de populaire socialistische politicus Giacomo Matteotti, omdat hij hen beschuldigde van verkiezingsfraude. Mussolini, die door de oppositiepers als verantwoordelijk werd aangewezen, werd geconfronteerd met de grootste crisis van zijn politieke leven. Tegen december hadden vele liberale tegenstanders zich tegen hem gekeerd.
Ze hadden te lang gewacht om hun steun in te trekken. Op 3 januari 1925 kondigde Mussolini het einde van de democratie in Italië aan. “Ik alleen neem de politieke, morele en historische verantwoordelijkheid voor alles wat er gebeurd is.” vertelde Mussolini het parlement. “Als het fascisme een criminele vereniging is geweest, dan ben ik het hoofd van die criminele vereniging…”
Violente taal en daden hadden het fascisme vanaf zijn oprichting gedefinieerd. Toch vernietigde deze schokkende toespraak de geruststellende fabel die veel Italianen zichzelf voorhielden: dat Mussolini een schaap in wolfskleren was, en dat hij, eenmaal aan de macht, eerder voor hervorming dan voor revolutie zou kiezen. Na 3 januari en de daarop volgende golf van repressie was het moeilijk om de staatsman los te koppelen van de squadrist, zoals Italiaanse elites jarenlang hadden geprobeerd.
Al meer dan een jaar onderwerpt Trump Amerikanen en de Amerikaanse democratie aan analoge tests. Acties die door velen als irrationeel worden beschouwd, krijgen in dit kader een ijzingwekkende betekenis: de vele racistische tweets of retweets, waarvan zijn campagne vervolgens verklaart dat het een vergissing was. Zijn vroege verklaring dat hij iemand kon neerschieten op Fifth Avenue in New York en geen aanhangers zou verliezen. Zijn uitgebreide vernedering van machtige politici als Paul Ryan en John McCain. Zijn poging om twijfel te zaaien over de legitimiteit van het Amerikaanse verkiezingsproces. Zijn suggestie dat “de mensen van het Tweede Amendement” het potentiële probleem van Hillary Clinton die rechters benoemt, zouden kunnen oplossen, vermoedelijk door haar neer te schieten. Deze laatste opmerking is een teken dat Trump zich aangemoedigd voelt in zijn zoektocht om te zien met hoeveel de Amerikanen en de GOP hem zullen laten wegkomen – en wanneer, als ze ooit “genoeg” zullen zeggen.
Authoritairen communiceren hun bedoelingen gewoonlijk duidelijk. Mussolini deed dat zeker. Trump is openhartig geweest over zijn agenda en de groepen waarop hij zich zal richten als hij wordt gekozen. “De misdaad en het geweld dat vandaag onze natie teistert, zal spoedig tot een einde komen. Vanaf 20 januari 2017 zal de veiligheid worden hersteld,” zei Trump bij de aanvaarding van de Republikeinse presidentsnominatie. Het is niet nodig om Trump als fascist te bestempelen om de gevaren van dergelijke retoriek te zien. Het is niet nodig een traject naar dictatuur te zien om te erkennen dat Trump het Amerikaanse fatsoen en de kracht van de Amerikaanse democratie op de proef stelt. De geschiedenis van Mussolini’s opkomst valt samen met de val van wat Italië’s versie van een Grote Oude Partij was geweest: de liberale facties die Italië vanaf de Eenwording hadden geregeerd. Zij hebben zich nooit hersteld van hun berusting in de Duce. Van de vele lessen die de GOP kan trekken uit haar ervaring met Trump tot nu toe, is dit misschien wel de meest waardevolle.