Neurowetenschappen voor kinderen
De tand
De tand is een verbazingwekkend zintuig. De buitenkant van de tand, het glazuur, is het hardste weefsel in het menselijk lichaam. Het glazuur omgeeft een andere laag van de tand, het tandbeen. De tandpulpa ligt in het midden van de tand. De pulpa bevat bloedvaten, zenuwvezels en ander bindweefsel. Hoewel de pulpa verschillende functies heeft, waaronder de vorming van dentine, is de zintuiglijke functie van tanden en kiezen heel interessant.
De zenuwvezels in tanden en kiezen zijn buitengewoon gevoelig voor stimulatie als ze geactiveerd kunnen worden. Als je ooit een gebarsten tand of een gaatje in een tand hebt gehad, weet je dat de boodschap die de tanden naar de hersenen zenden is: PIJN!!! (Het bestaan van een niet-pijnlijke zintuiglijke functie van tanden wordt in de huidige wetenschappelijke literatuur betwist). Bij onbeschadigde tanden lijken de zintuigvezels in de tanden echter “stil” te zijn.
U denkt misschien… “Wacht eens even. Als ik mijn tanden aanraak, voel ik dat en het doet geen pijn. Dus de tanden zenden geen pijnlijke signalen uit.” Het is natuurlijk waar dat als je je tanden aanraakt, je de aanraking voelt. Maar de sensatie die je voelt is niet het resultaat van het activeren van zenuwvezels BINNEN de tand. In plaats daarvan activeert het aanraken van de tand zenuwvezels in het parodontale ligament (het ligament dat de tand omringt) die zeer gevoelig zijn voor een lichte verplaatsing van de tand.
Als de tand echter door tandbederf of trauma beschadigd is, kunnen de zenuwvezels in de tand reageren op prikkels van buitenaf en als dat het geval is, zult u zeker pijn voelen.
Voor de goede orde: kinderen hebben gewoonlijk 20 melktanden (ook wel melktanden genoemd). Volwassenen hebben 32 permanente tanden. De 32 tanden bij volwassenen zijn inclusief de 3e kiezen, ook wel de verstandskiezen genoemd. Bij sommige mensen komen de verstandskiezen helemaal niet door.
Wist u dat?
|
Deze feiten komen uit Wynbrandt, J., The Excruciating History ofDentistry, New York: St. Martin’s Press, 1998.
|