Communicatieve actie
Veel van Habermas’ werk is een reactie op zijn voorgangers in de Frankfurter Schule. Communicatieve rationaliteit kan bijvoorbeeld worden gezien als een reactie op de kritiek op de verlichtingsreden die in Max Horkheimer en T.W. Adorno’s Dialectiek van de Verlichting tot uiting kwam. Horkheimer en Adorno hadden betoogd dat de Verlichting een bepaald soort rationaliteit als dominant in de westerse cultuur had verankerd, namelijk de instrumentele rede, die alleen maar een effectievere en meedogenlozere manipulatie van de natuur en de mens zelf mogelijk had gemaakt. Habermas’ vorm van kritische theorie is bedoeld om via de analyse van positieve mogelijkheden voor menselijke rationaliteit in het medium taal, de mogelijkheid te herontdekken van een kritische vorm van rede die kan leiden tot reflectie en onderzoek van niet alleen objectieve vragen, maar ook die van sociale normen, menselijke waarden, en zelfs esthetische uitdrukking van subjectiviteit.
Habermas’ eerdere werk, The Structural Transformation of the Public Sphere, loopt vooruit op zijn zorg voor argumentatie en kan retrospectief gelezen worden als een historische casestudy van West-Europese samenlevingen die aspecten van communicatieve actie in de politieke en sociale sfeer institutionaliseren. Habermas wijst op de opkomst van instellingen voor publiek debat in met name Groot-Brittannië en Frankrijk aan het eind van de zeventiende en in de achttiende eeuw. In deze landen werden de door kapitalistische kooplieden ontwikkelde methoden van informatie-uitwisseling en communicatie aangepast aan nieuwe doeleinden en gebruikt als een uitlaatklep voor het publieke gebruik van de rede. De notie van communicatieve rationaliteit in de publieke sfeer is dan ook in hoge mate schatplichtig aan Immanuel Kants formulering van het publieke gebruik van de rede in What is Enlightenment? Habermas stelt dat de bourgeoisie die deelnam aan deze beginnende publieke sfeer die aspecten van haar klasse universeel maakte die haar in staat stelden de publieke sfeer als inclusief te presenteren – hij gaat zelfs zo ver te stellen dat een publieke sfeer die werkt volgens principes van exclusiviteit helemaal geen publieke sfeer is. De nadruk die hij in dit werk legde op de grondslagen van de democratie, zette hij door naar zijn latere onderzoek in The Theory of Communicative Action (De theorie van de communicatieve actie), waarin hij stelde dat een grotere democratisering en een vermindering van de barrières voor deelname aan het publieke debat (waarvan hij er een aantal had geïdentificeerd in de eerste publieke sfeer van de Verlichting) de deur zouden kunnen openen naar een meer open vorm van sociale actie. De verschuiving van een meer marxistische focus op de economische grondslagen van het discours in Structurele Transformatie naar een meer “superstructurele” nadruk op taal en communicatie in Theorie van de Communicatieve Actie markeert Habermas’ overgang naar een post-marxistisch kader.