Fluit vs. blokfluit
De fluit en de blokfluit, zijn die niet hetzelfde? Produceren ze niet precies hetzelfde geluid? Ummm, nee en nee! Om de een of andere vreemde reden worden de fluit en de blokfluit vaak met elkaar verward, veel mensen kennen het verschil gewoon niet. We zijn hier vandaag om de verschillen uit te leggen. De blokfluit is dat “beginnersinstrument” dat velen van ons leerden kennen tijdens de muziekles op de lagere school. De fluit (ook wel dwarsfluit genoemd) is het instrument dat je pas kunt gaan bespelen (zijwaarts!) als je een bepaald niveau op de blokfluit hebt bereikt. Zijn deze beschrijvingen juist? Niet helemaal, laat het ons uitleggen…
I’m confused, throw me a bone!
Headjoint for soprano recorder
Wat wel zeker is, is dat beide instrumenten behoorlijk oud zijn en een lange traditie kennen. Al in de prehistorie werden fluitinstrumenten gemaakt van holle beenderen, soms met één hand te bespelen, soms met beide. Naast de bijzonder veel voorkomende panfluit, die gemaakt is van afzonderlijke buizen van bamboe of been van verschillende lengte, waren er verschillende blokfluitachtige instrumenten in gebruik.
Minstens sinds de 14e eeuw is de blokfluit bekend onder zijn huidige naam, die afkomstig is van het Middel-Franse werkwoord “blokfluit” (onthouden, uit het hoofd leren, herhalen, vertellen, reciteren, muziek spelen) en ook van de zelfstandig naamwoordsvorm “recordeur” (iemand die navertelt, een minstreel). Klinkt middeleeuws, nietwaar? Precies, het heeft te maken met de entertainers aan het hof van die tijd, de zogenaamde “jongleurs” die gedichten uit het hoofd leerden en ze voordroegen, soms met muzikale begeleiding met behulp van dit soort instrument:
In de 3 eeuwen daarna was het verreweg het populairste blaasinstrument, ook vanwege de tonale nabijheid tot de menselijke stem. In de loop van de 18e eeuw raakte het echter in vergetelheid of werd het door andere instrumenten vervangen, en pas in het midden van de 20e eeuw herwon het zijn populariteit. Sindsdien geniet het voortdurend erkenning als een serieus instrument, vooral, maar niet uitsluitend, als een eerste instrument voor de muzikale opvoeding van kinderen.
De dwarsfluit maakt een comeback
Tijdens de barokperiode kwam de dwarsfluit, die tot dan toe enigszins in de vergetelheid was geraakt, weer in de belangstelling. Voor het eerst was er een expliciet onderscheid tussen de “flauto dolce” (blokfluit) en de “flauto traverso” (dwarsfluit), zoals hun Italiaanse namen illustreren. De dwarsfluit bleek het betere orkestinstrument te zijn vanwege zijn meer aanwezige klank en ontwikkelde zich, naarmate de orkesten in de klassieke en romantische perioden in omvang toenamen, tot de huidige Boehm-fluit. Dit model verving de blokfluit volledig door zijn nieuwe eigenschappen: hij werd voor het eerst van metaal gemaakt, waardoor een aanzienlijke vergroting van volume en reikwijdte kon worden bereikt. Bovendien werd een tot dan toe onbereikbare technische virtuositeit mogelijk gemaakt door een geheel nieuw toonsoortensysteem, dat voor het eerst het romantische repertoire speelbaar maakte. Sindsdien geniet de dwarsfluit een constante populariteit en is momenteel een van de meest bespeelde instrumenten in Europa.
Verschillen? Niet alleen de speelpositie!
Het meest in het oog springende verschil is de speelpositie of oriëntatie van het instrument: De blokfluit wordt verticaal, recht en met beide handen voor het bovenlichaam gehouden, terwijl de dwarsfluit in een asymmetrische houding van de mond naar de rechterschouder wordt gehouden. Omdat dit kan leiden tot houdingsschade aan nek, schouders en onderrug, hebben vooral kinderen bij het leren fluitspelen zorgvuldige instructie en begeleiding nodig.
Het vingerzettingssysteem is ook anders, zoals blijkt uit het kleppensysteem van de dwarsfluit, dat in contrast staat met de meer eenvoudige vingergaten van de blokfluit, die direct in de buis zijn geboord. De blokfluit vereist soms wat onaangenamere vingercombinaties om alle noten van de chromatische toonladder te kunnen spelen. Bij de dwarsfluit is het mechaniek wat handiger voor de speler.
blokfluit vingerzetting
De klank van beide instrumenten is gebaseerd op hetzelfde principe. Heel eenvoudig gezegd: een luchtstroom komt een buis binnen en wordt gespleten wanneer bepaalde gaten in de buis open staan. Dit veroorzaakt een oscillatie van de lucht in het instrument, en afhankelijk van welke combinatie van gaten open is, varieert de lengte en de snelheid van de luchtstroom, waardoor verschillende tonen ontstaan. Bij de blokfluit is de weg van de lucht door een opening in het mondstuk, het labium, vooraf bepaald en vast. Fluitisten daarentegen moeten deze weg zelf met hun lippen vormen. Dit vereist een grote controle van zowel de lippen als het ademhalingsstelsel. In dit verband moet worden opgemerkt dat het grootste verschil in de hantering van de twee instrumenten de luchtstroom is.
Lipposities van de fluit
Conclusie
De dwarsfluit en de blokfluit stammen van dezelfde oorsprong, maar hebben zich in de loop der eeuwen in verschillende richtingen ontwikkeld. Beide hebben echter hun bestaansrecht als serieuze instrumenten met de potentie om adembenemende muziek te maken (geen woordspeling bedoeld). Het is zeer de moeite waard om te ontdekken waartoe deze beide instrumenten in staat zijn. Kom naar onze winkel en probeer ze uit!
terug naar boven