Articles

dec 11, 2021
admin

Artikel geschreven door Chris Sliva, MD

Spinal stenosis treedt op wanneer de beschikbare ruimte voor zenuwen is afgenomen en in de onderrug wanneer zenuwen die door de lumbale wervelkolom lopen, op weg naar de benen, worden samengedrukt. Het is meestal een degeneratieve aandoening die optreedt als onderdeel van het normale verouderingsproces en die zich ontwikkelt bij patiënten van 60 jaar en ouder. De aandoening, hoewel zeldzaam, kan optreden bij jongere patiënten die een aangeboren vernauwing van het wervelkanaal hebben.

Gemeenschappelijke symptomen van spinale stenose zijn een diepe pijnlijke pijn of een krampend gevoel in de onderrug of billen. Vaak stralen deze symptomen uit naar een of beide dijen en benen en ontstaat dit bij lopen of andere activiteit. De symptomen worden meestal verlicht door te gaan zitten, liggen of door te buigen in het middel. In zeldzame gevallen kunnen patiënten de motoriek en het gevoel in de benen verliezen.

Het is niet ongebruikelijk dat patiënten een röntgenfoto laten maken als onderdeel van hun eerste diagnostische tests. Röntgenfoto’s kunnen andere veel voorkomende aandoeningen diagnosticeren die in verband worden gebracht met spinale stenose, zoals artritis (spondylose) of spinale instabiliteit (spondylolisthesis) en helpen bij het uitsluiten van andere problemen zoals een breuk of een tumor in de wervels. Helaas kunnen röntgenstralen de zenuwen in de rug niet zichtbaar maken; daarom wordt een MRI-onderzoek (magnetic resonance imaging) gebruikt om stenose van de ruggengraat op te sporen. Voor patiënten die geen MRI kunnen ondergaan vanwege geïmplanteerde apparaten zoals pacemakers of een CT (computergestuurde tomografie), kan een myelogram worden gebruikt.

In het algemeen zijn de eerste behandelingen niet-chirurgisch. Deze omvatten niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen, fysiotherapie en soms epidurale steroïdeninjecties. Deze aanpak kan blijvende of tijdelijke verlichting geven. Wanneer de symptomen ernstig en progressief zijn, is een operatie aangewezen en deze wordt gewoonlijk aanbevolen wanneer rug- en beenpijn de normale activiteit beperkt en de levenskwaliteit aantast.

Er zijn verschillende chirurgische ingrepen en de keuze van welke wordt beïnvloed door de ernst en het type van de ziekte. De belangrijkste behandeling voor spinale stenose is een decompressieve lumbale laminectomie om bot en zacht weefsel te verwijderen dat op de zenuwen drukt. Bij sommige patiënten kan instabiliteit van de wervelkolom een fusie noodzakelijk maken.

Na de chirurgische ingreep merken de meeste patiënten verlichting van hun ongemak in het been en zijn zij in staat langere afstanden te lopen. Fysiotherapie kan gedurende zes tot acht weken na de operatie nodig zijn voor versterking en conditionering.

Het is van het grootste belang dat u een weloverwogen beslissing neemt over uw behandeling. De mogelijke voordelen van een operatie moeten worden afgewogen tegen de risico’s voor elke individuele patiënt in combinatie met alle beschikbare behandelingsalternatieven. Uw wervelkolomchirurg zal u helpen bepalen of u al dan niet een goede kandidaat bent voor een operatie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.