A World of Worms – Sanibel Sea School
Vertel ons over hun levenswijze. Wat eten ze en hoe brengen ze hun tijd door?
Er zijn heel wat verschillende manieren waarop zeewormen hun tijd doorbrengen. Sommige zeewormen hebben een actief leven en zwemmen door het water of foerageren op de zeebodem. Aan de andere kant maken sommige soorten holen of bouwen omhulsels die in het sediment verankerd zijn, en veel soorten brengen het grootste deel van hun leven op deze plaatsen door. Parasitaire zeewormen brengen een groot deel van hun tijd door op hun gastheersoort, of dat nu een vis, krab of weekdier is.
Hebben ze interactie met (of schaden ze) andere organismen?
Ja, dat doen ze! Zeewormen gaan symbiotische relaties aan met andere organismen. Een paar voorbeelden hiervan zijn:
Mutualisme: Wanneer twee organismen profiteren van de activiteit van elkaar. De Osedax-soort graaft zich in in de beenderen van rottende dieren op de zeebodem. De worm herbergt bacteriën die in staat zijn botmateriaal af te breken. Aangezien de bacteriën in de worm leven, kunnen zij gemakkelijk toegang krijgen tot verse botten, en zo zowel de bacteriën als de worm voeden terwijl het bot wordt afgebroken.
Commensalisme: Wanneer het ene organisme profiteert, terwijl het andere niet wordt geholpen of geschaad. Een voorbeeld hiervan is de degenkrab platworm. De platworm is een ectoparasiet en brengt zijn hele leven door op de aanhangsels, het schild en de kieuwen van de degenkrab. Terwijl de degenkrab zich voedt, zal de platworm zich voeden met deeltjes die op het ectoskelet van de degenkrab terechtkomen.
Parasitisme: Wanneer een organisme (de parasiet) leeft op of in een ander organisme (de gastheer) en profiteert door het verkrijgen van voedingsstoffen ten koste van de gastheer. Een bandworm, Schistocephalus solidus, parasiteert drie afzonderlijke gastheren om zijn levenscyclus te voltooien: een roeipootkreeftje, een vis en een vogel. De eerste tussengastheer is een roeipootkreeftje. Het roeipootkreeftje consumeert de vrij zwemmende larven van de lintworm. De roeipootkreeft wordt vervolgens opgegeten door een driedoornige stekelbaars. Terwijl de parasiet zijn secundaire tussengastheer bewoont, begint hij in het achterlijf te groeien en wordt hij vaak zelfs groter dan de gastheer zelf! Terwijl dit gebeurt, infecteert hij ook de gastheer en verandert zijn hersenchemie en reacties. De vis reageert op deze veranderingen met risicogedrag en een verhoogde vluchtreactie. Dit gedrag verhoogt de kans dat de uiteindelijke gastheer, een vogel, op de besmette vis zal jagen. Zodra de parasiet de eindgastheer heeft bereikt, zal hij tot voortplanting komen en eitjes produceren in de darmen van de vogel. De worm sterft af zodra alle eitjes zijn geproduceerd, en de vogel zal de eitjes weer uitzetten in het milieu, waardoor de cyclus weer van voren af aan begint.