Veiligheid in aantal: De grootte van de kudde is afhankelijk van de soort. Gaur, bantengs, en bosbuffels vormen kleine kuddes van maximaal 10 dieren. Amerikaanse bizons en Europese bizons (of wisenten) leven gewoonlijk in groepen van 10 tot 20 dieren. Kaapse buffels leven in kuddes van 50 tot 500 leden. Anoas zijn de uitzondering. Deze kleine runderen leven bij voorkeur alleen of in paren, omdat hun dichte boshabitat niet geschikt is voor grote kuddes.

Vaak kunnen verschillende kuddes tijdens het broedseizoen samenkomen en dan weer hun eigen weg gaan. Binnen de meeste rundveekuddes kan er maar één stier zijn voor alle koeien. Jonge mannetjes die er niet in slagen de kudde over te nemen, moeten er alleen op uit. Zonder de bescherming van de grotere groep, vallen ze vaak ten prooi aan grote carnivoren. Soms vormen de “vrijgezelle” stieren zelf kleine groepen ter bescherming.

Waterbuffels pakken de zaken een beetje anders aan. Een ervaren koe leidt andere koeien en hun jongen in een grote clan. De stieren trekken alleen in de clan om te paren en gaan dan terug naar hun vrijgezellengroepen.

Vee in grote kuddes hebben de neiging alles samen te doen. De hele kudde eet bijvoorbeeld op hetzelfde moment en rust op hetzelfde moment. Amerikaanse bizons staan erom bekend dat ze bij het minste geringste gevaar kilometers ver samen rennen. Een luid gesnuif van een gealarmeerd lid van de kudde is voldoende om een stormloop te ontketenen.

Wild vee roept veel dingen die lijken op het loeien van gedomesticeerd vee, maar die meestal een lagere toon hebben. Bosbuffels zijn minder luidruchtig dan de andere rundersoorten, en ze roepen zelden, behalve als ze in een groep zijn. Runderen hebben speciale roepen om zich te verplaatsen, een waterbron op te sporen, een waarschuwing te geven, of de anderen te waarschuwen voor gevaar. Er zijn ook verschillende begrazingsroepen. Agressieve geluiden bestaan uit knorren en grommen. Geloei duidt op onderwerping aan een dominant dier. Een kalf (baby) blèrt en de koe antwoordt met een gekwaak wanneer de twee het contact verliezen.

De concurrentie tussen de stieren tijdens het bronst- of voortplantingsseizoen kan hevig zijn! Stieren rammen kop en hoorns net als schapen en geiten doen en maken een luide brul. De Europese bizon maakt een roep die 4,8 kilometer ver draagt. Gaur-stieren maken een aangenaam lied dat steeds lager wordt naarmate ze het langer zingen om de aandacht van een koe te trekken. Bizonkoeien hebben een slinkse truc om er zeker van te zijn dat ze de best mogelijke stier krijgen. Zelfs als een stier een gevecht om haar wint, kan zij langs andere stieren lopen om nog een gevecht uit te lokken.

Veel pasgeboren zoogdieren, zoals kittens en puppies, zijn bijna hulpeloos bij de geboorte. Hun ogen en oren zitten dicht, en ze kunnen zich in het begin niet goed bewegen. Maar pasgeboren runderen kunnen al kort na de geboorte lopen en rennen. Dat is belangrijk, want de meeste runderen leven in open gebieden, waardoor ze een gemakkelijk doelwit zijn voor roofdieren. Direct kunnen bewegen kan zowel koe als kalf helpen aan gevaar te ontsnappen.

Wilde runderkoeien baren slechts één kalf, maar tamme koeien krijgen vaak tweelingen. De jongen worden gespeend tussen 6 en 18 maanden, afhankelijk van de soort.