Het slijmvlies van de dikke darm helpt de ontlasting te laten passeren. Bij een “normale” stoelgang wordt niet veel slijm geproduceerd. Geel of helder slijm is in zulke kleine hoeveelheden aanwezig dat het met het blote oog niet opvalt.

Wanneer de ontlasting zichtbaar slijm bevat, kan dit een teken zijn van bacteriële infecties, anale fissuren, een darmobstructie of de ziekte van Crohn. Dit soort waarschuwingssignalen is de manier van het lichaam om te zeggen stop, kijk, en luister.

Andere tekenen om op te letten:

• Verhoogde hoeveelheden slijm
• Bloed of pus in de ontlasting
• Maagpijn, krampen, of een opgeblazen gevoel
• Splotselinge veranderingen in de frequentie, consistentie, of kleur van de ontlasting

Als het probleem duidelijk is of aanhoudt, is de volgende stap een telefoontje naar de dokter.

Dehydratie en constipatie kunnen ertoe leiden dat slijm uit de dikke darm het lichaam verlaat. Hierdoor krijgt de ontlasting het uiterlijk van toegenomen slijm.

Verhoogd slijm kan ook een teken van ziekte zijn, vooral als er een ontsteking optreedt en het slijmvlies afbreekt. Dit laat het lichaam meer open voor infecties.

De complicaties van slijm in de ontlasting zijn afhankelijk van de onderliggende oorzaak.

Hier zijn enkele mogelijke oorzaken van slijm in de ontlasting.

Bacteriële infecties

Meer voorkomend dan andere problemen, worden bacteriële infecties meestal veroorzaakt door bacteriën zoals Campylobacter, Salmonella, Shigella, en Yersinia. Deze bacteriën zijn vaak de oorzaak van voedselvergiftiging en andere infecties. De symptomen zijn onder meer:

• Diarree
• Krampen
• Overgeven
• Nausea
• Koorts

Sommige gevallen kunnen vrij ernstig zijn, en medicatie van een arts wordt aanbevolen. Andere gevallen kunnen thuis worden behandeld en moeten op hun beloop worden gelaten.

Anale fissuren en zweren

Een anale fissuur is een scheur in de bekleding van het onderste rectum. Ze worden veroorzaakt door aanhoudende diarree, taaie ontlasting en andere moeilijke darmsituaties.

Een anale fissuur kan een pijnlijke stoelgang veroorzaken, maar ze zijn niet zo ernstig. Er zijn vrij verkrijgbare middelen om de pijn te verminderen, en de meeste verdwijnen binnen een paar dagen tot weken.

Ulcera hebben vergelijkbare eigenschappen als anale fissuren. Als het lichaam chemotherapie of radiotherapie ondergaat, kan het lijden aan een ernstiger verlies van slijm, gastro-intestinale mucositis genaamd.

Deze aandoening kan behandeling in het ziekenhuis vereisen.

Darmobstructie

Meer natuurlijke dagelijkse symptomen zoals krampen, constipatie, en gas of een opgeblazen gevoel kunnen tekenen zijn van een darmobstructie. Mogelijke oorzaken zijn een verstopte ontlasting, hernia, tumor, of het passeren van een niet-voedselvoorwerp.

Elke toename van dit soort activiteit moet worden gemeld aan een arts. Als het niet in een fatsoenlijk tijdsbestek opklaart, kan ziekenhuisbehandeling nodig zijn.

Irritable bowel syndrome, ulceratieve colitis, en de ziekte van Crohn

Irritable bowel syndrome (IBS) kan de slijmproductie doen toenemen. Dit symptoom komt vaker voor bij mensen met diarree-gedomineerde IBS dan bij mensen met constipatie-gedomineerde IBS.

Ulceratieve colitis, een vorm van inflammatoire darmziekten (IBD), kan ertoe leiden dat het slijmvlies van de dikke darm ontstoken raakt en zweren ontwikkelt. Deze zweren kunnen bloeden en kunnen ook pus en slijm produceren.

Bij de ziekte van Crohn is de kans op verhoogde hoeveelheden slijm in de ontlasting veel kleiner. Verhoogd slijm kan het gevolg zijn van een ander probleem, zoals een anale fissuur, waarvoor een medisch consult nodig kan zijn.

Dieet

Voedselallergieën, zoals die voor noten, lactose of gluten, kunnen slijm in de ontlasting veroorzaken. Bepaalde voedingsmiddelen kunnen ongemak en de volgende symptomen veroorzaken:

• Bloeden
• Diarree
• Rassen
• Constipatie

Een arts zal helpen bepalen of het om een voedselallergie of -intolerantie gaat, die vaak met elkaar verward kunnen worden. Mensen moeten contact opnemen met een arts als er een merkbare toename van slijm of bloed in een stoelgang optreedt na het eten van een bepaald voedingsmiddel.