Dr. Richard V. Grazi, M.D., oprichter van Genesis Fertility and Reproductive Medicine in Brooklyn, zegt dat hij vaak katholieke en orthodox-joodse vrouwen – die al vijf of zes kinderen hebben gekregen – bij hem ziet komen omdat ze wanhopig meer willen.

“Het frustrerende voor mij dat we heel vaak zien, is iemand die aan hun tweede levensgebeurtenis bezig is – ze hebben een kind gehad, vele jaren zijn verstreken, en ofwel zijn ze ontwaakt tot het feit dat ze samen nog een kind willen of er is een breuk geweest en ze willen een kind met een andere partner,” zei Dr. Grazi.

Wat verhoogt het risico?

Het probleem met secundaire onvruchtbaarheidsdiagnoses is dat hun oorzaken moeilijk vast te stellen zijn. Bij sommige paren, zoals paren van boven de 40, kan het gewoon gaan om gewone onvruchtbaarheidsproblemen vanwege de leeftijd. Maar bij anderen kan het te maken hebben met eerdere gezondheidsproblemen of operaties, zoals littekens op de eileiders of een eerdere keizersnede.

Hier volgen enkele veel voorkomende risicofactoren voor secundaire onvruchtbaarheid.

Vrodere leeftijd. Volgens het Pew Research Center hebben Amerikaanse vrouwen tegenwoordig meer kans op kinderen dan tien jaar geleden, maar ze wachten ook langer met het krijgen van kinderen. Dat betekent dat vrouwen die voor de tweede, derde of vierde keer zwanger proberen te worden, van nature ouder zijn dan moeders die voor het eerst zwanger worden, en dus meer kans lopen op leeftijdsgerelateerde problemen.

Maar we kunnen de natuur niet trotseren. Gezonde paren hebben tot hun dertigste ongeveer 25% kans om zwanger te worden in een cyclus, volgens het American College of Obstetricians and Gynecologists. Tegen de leeftijd van 40, daalt die kans tot 10 procent voor vrouwen, volgens ACOG; terwijl de American Society for Reproductive Medicine die kans nog lager schat, op minder dan 5 procent voor vrouwen.

“Wij denken dat leeftijd 46 het natuurlijke einde is van de reproductieve levensduur van een vrouw,” zei Dr. Ho.

Verhoogd gewicht. Hoewel er geen studies zijn gedaan die een direct verband leggen tussen gewichtstoename en secundaire onvruchtbaarheid, zeggen Dr. Ho en Dr. Grazi dat het voor de hand ligt dat vrouwen die zijn bevallen op zijn minst een paar pond zwaarder zijn dan voordat ze bevielen. En er zijn aanwijzingen dat het hebben van meer lichaamsvet het risico op secundaire onvruchtbaarheid kan verhogen.

Recente studies hebben bijvoorbeeld aangetoond dat vrouwen die als overgewicht of obesitas worden geclassificeerd, hormonale verschuivingen kunnen ervaren, die hun menstruatiecycli en ovulatiepatronen kunnen verstoren en hun risico op onvruchtbaarheid kunnen verhogen.