Wanneer en waar vogelhuisjes neerzetten

Vogelhuisjes worden bij voorkeur neergezet ruim voordat het broedseizoen begint. Dit moet in de late zomer of vroege herfst gebeuren, zodat de vogels genoeg tijd hebben om ze te vinden. Tegen die tijd kunnen de huisjes goed verweerd zijn. Het kan een goed idee zijn om de vogelhuisjes het hele jaar door te laten staan, zodat ze in de winter dienst kunnen doen als slaapplaats of schuilplaats voor trekvogels. Na het broedseizoen kunnen ze worden afgebroken om te worden schoongemaakt en weer teruggeplaatst.

Er zijn gevallen waarin vogels niet meteen met nestelen beginnen, omdat het vogels tijd kost om een vogelhuisje te vinden. Als het onmogelijk is om vogelhuisjes tegen de herfst op te zetten, moeten ze zo vroeg mogelijk in de winter op hun plaats zijn. Vogelaars moeten niet wachten tot ze vogels in hun tuin zien voordat ze hun nestkastjes monteren of ophangen.
De plaats van het vogelhuisje is net zo belangrijk voor het aantrekken van bepaalde vogelsoorten als de grootte van het kastje. Vogels kunnen, afhankelijk van de soort, de voorkeur geven aan een beboste of schaduwrijke plek of aan een open grasland. Een dichte schaduw is echter niet aan te bevelen, omdat de meeste vogels de voorkeur geven aan een zonnige open plek. Het is niet raadzaam om vogelhuisjes aan de zijkanten van bomen te monteren, omdat eekhoorns en katten er dan gemakkelijk bij kunnen.
De beste manier om kleine nestkastjes op te zetten is gebruik te maken van vrijstaande metalen palen of PVC-buizen. Deze optie biedt verschillende voordelen, zoals de mogelijkheid om op een hogere positie te monteren. De meeste roofdieren vinden het moeilijk om palen te beklimmen en de palen kunnen gemakkelijk worden uitgerust met roofdierbeschermers. Als er geen andere mogelijkheid is dan een kastje aan een levende boom te bevestigen, dienen geen spijkers te worden gebruikt. Een stuk gegalvaniseerd draad dat door de ventilatiegaten wordt gestoken met aan beide uiteinden een bungeekoord bevestigd, is een beter alternatief. Ook hier dienen andere preventieve maatregelen te worden genomen, aangezien deze plaats roofdieren een gemakkelijke route biedt om de kast te bereiken. Alle huisjes dienen stevig te worden vastgemaakt om schommelen te voorkomen, want vogels stellen het niet op prijs als hun huisjes worden verplaatst.
Vogelhuisjes dienen 5 tot 30 voet boven de grond te worden geplaatst op een plaats waar ze voor vijanden onbereikbaar zijn. De zijkanten van de huizen en de hekken zijn ook geschikte plaatsen, afhankelijk van de aan te trekken soorten. Ongeacht waar ze staan, vogelhuisjes moeten ten minste 2 meter uit elkaar worden geplaatst. Er bestaat zoiets als het begrip territorium, dus de juiste afstand tussen de vogelhuisjes moet in acht worden genomen.
De belangrijkste factor die zal bepalen welke soort zal nestelen op een bepaald terrein is de habitat rondom de kast. De afwezigheid van de juiste habitat zal het onwaarschijnlijk maken voor vogels om het vogelhuisje te vinden. Het meest perfecte kastje is niets zonder dit. Huisjes moeten worden gemonteerd met het invlieggat iets naar beneden gericht en weg van de heersende winden om te voorkomen dat regen het huisje binnendringt.
De hoogte van een vogelhuisje wordt meestal bepaald door de hoeveelheid gemak die het de vogelaar biedt om te kijken wat er gebeurt en het kastje schoon te houden. Wanneer het de bedoeling is een verscheidenheid van soorten naar nestkastjes aan te trekken en tegelijkertijd voldoende ruimte te behouden, moeten de kastjes worden gekoppeld. Dit houdt in dat kastjes paarsgewijs op palen worden geplaatst voor vogelsoorten die dicht bij elkaar kunnen nestelen. Dit biedt het voordeel dat meer vogels van verschillende soorten vreedzaam naast elkaar kunnen leven in dezelfde habitat.
Golfbanen, akkers, tuinen en erven zijn allemaal potentieel goede habitats voor nestkasten. Gebieden waar pesticiden en onkruidverdelgers worden gebruikt, moeten echter worden vermeden. Zij zijn schadelijk voor vogels en soms slagen zij erin de insectenpopulaties uit te roeien. Dit is niet in het belang van de vogels, omdat insecten de voornaamste voedselbron zijn voor veel soorten die in holtes nestelen.

Lezerscommentaar