Het verhaal begint met Mattie Michael (Oprah Winfrey) die intrekt in Brewster Place, een vervallen stedelijk huurhuis. Vervolgens blikt ze terug op haar leven, verteld in flashback. Als jong meisje woont Mattie met haar ouders op een boerderij. Later wordt ze verleid door een lokale rokkenjager genaamd Butch Fuller en raakt ze zwanger. Wanneer Mattie weigert haar vader de naam van de verantwoordelijke man te vertellen, volgt een gewelddadige confrontatie. Daarna verlaat Mattie het huis en logeert bij haar vriendin Etta Mae Johnson (Jackée) totdat haar zoon Basil is geboren.

Wanneer Etta Mae besluit naar New York City te verhuizen, worstelt Mattie om een andere woonplek te vinden. Bij toeval ontmoet ze een oude vrouw, Miss Eva Turner (Barbara Montgomery), die Mattie en Basil toestaat bij haar te wonen en weigert hen huur in rekening te brengen. Miss Eva voedt ook haar kleindochtertje Ciel op, die kort na haar geboorte door haar ouders in de steek is gelaten. Ciel en Basil groeien samen op, waarbij Miss Eva voor de kinderen zorgt terwijl Mattie blijft werken. Wanneer Miss Eva onverwachts overlijdt, duiken Ciels ouders weer op en nemen haar met zich mee. Mattie koopt het huis, met het geld dat ze stiekem opzij heeft gelegd voor de huur die Miss Eva (expres) nooit in rekening heeft gebracht.

Basil groeit uit tot een verwende, onverantwoordelijke jongeman als gevolg van Mattie’s overheersende opvoeding, en haar aarzeling om een sociaal leven te ontwikkelen of romantiek na te streven. Op een nacht wordt Basil gearresteerd en in de gevangenis gegooid voor het doden van een man tijdens een bargevecht. Hij klaagt bij Mattie over de erbarmelijke omstandigheden in de gevangenis, maar weigert verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden. Mattie stelt haar huis beschikbaar als borg voor Basil, maar als hij de stad ontvlucht, wordt Mattie gedwongen haar huis te verlaten.

Nu ze nergens anders heen kan, verhuist ze naar Brewster Place waar ze wordt verwelkomd door de inmiddels volwassen Ciel (Lynn Whitfield). Andere bewoners van Brewster Place zijn Ben, de oudere klusjesman (Moses Gunn); Cora Lee, een bijstandsmoeder met zes onhandelbare kinderen van verschillende vaders (Phyllis Yvonne Stickney); Miss Sophie, een oudere zelfingenomen roddelaarster (Olivia Cole); en een jong opgeleid stel, Melanie “Kiswana” Browne (Robin Givens) en haar vriend Abshu (Leon). Mattie’s oude vriendin Etta Mae, die moe is geworden van het snelle leven, keert al snel terug om bij Mattie te wonen. Ze hoopt een aardige man te ontmoeten om zich op haar oude dag te settelen, maar haar pogingen lopen op niets uit.

Ciel is dol op haar dochtertje Serena, maar heeft een even moeizame relatie met haar man Gene (William Allen Young), een havenarbeider die regelmatig in en uit hun leven stuift. Ciel houdt nog steeds van Gene, en verwelkomt hem terug wanneer hij plotseling terugkeert, maar ze raakt opnieuw zwanger. Gefrustreerd over zijn huidige werkloosheid, wijst hij het vooruitzicht van nog een kind wreed af. Ciel aborteert het kind, maar komt erachter dat Gene weer van plan is te vertrekken en confronteert hem daarmee. Terwijl ze ruzie maken, wordt Serena in de kamer ernaast geëlektrocuteerd als ze een schaar in een stopcontact steekt. Getraumatiseerd en diep bedroefd door het verlies van haar dochter, raakt Ciel in een diepe depressie en wil ze zelf sterven. Mattie verklaart stoutmoedig dat ze Ciel zal toestaan deze wereld te verlaten “over haar lijk”. Nadat ze haar weer gezond heeft gemaakt, ontdekt Mattie dat Ciel is verdwenen en haar bezittingen heeft meegenomen.

In tegenstelling tot de andere bewoners is Melanies familie welgesteld, en haar ouders zijn ontzet over haar leefomstandigheden. Melanie, die “Kiswana” genoemd wil worden, verblijft in Brewster Place om financieel onafhankelijk te zijn van haar ouders. Ze hoopt aansluiting te vinden bij de omringende zwarte gemeenschap, en ook bij haar Afrikaanse wortels. Melanies moeder, Mrs. Browne (Cicely Tyson), bezoekt haar appartement en de twee krijgen al snel ruzie. Melanie beschuldigt haar moeder ervan dat ze geen contact meer heeft met haar Afrikaanse wortels en zich schaamt voor haar zwartheid. Mrs. Browne spreekt Melanie gepassioneerd aan op haar onbegrip over de diepte van haar eigen familiegeschiedenis en erfenis. Melanie en Abshu proberen het leven van de andere bewoners te verbeteren door een huurdersvereniging op te richten; het doel is zich te verenigen en actie te ondernemen tegen de huisbaas wegens gebrek aan onderhoud van het gebouw.

Melanie schildert zelfs kleurrijke muurschilderingen op de bakstenen muur die de andere huurders verachten, en de plaatselijke bende misdadigers onder leiding van drugsdealer C.C. (Glenn Plummer) verzamelen zich in de buurt en schilderen graffiti op. Uiteindelijk komt ze in contact met Cora Lee, die haar en haar kinderen uitnodigt voor Abshu’s moderne productie van A Midsummer Night’s Dream. De ervaring vol plezier herstelt Cora Lee’s vertrouwen in haar kinderen en haar rol als ouder.

Een lesbisch stel, Lorraine (Lonette McKee) en Theresa “Tee” (Paula Kelly) trekken in Brewster Place. Dit is tot groot ongenoegen van Miss Sophie, die hen door haar raam bespiedt en kwaadaardige roddels over hen verspreidt. Later vernedert ze Lorraine op een huurdersvergadering die door Melanie wordt georganiseerd, maar ze wordt in verlegenheid gebracht door Ben, die Lorraine komt verdedigen. Lorraine wordt getroost door Ben en de twee worden vrienden. Een woedende Melanie scheldt Miss Sophie uit voor haar behandeling van Lorraine en beveelt haar haar appartement te verlaten.

Lorraine wil bij de buren horen, maar vreest de gevolgen als haar seksualiteit wordt ontdekt. Tee, aan de andere kant, geeft er niet veel om of de buren haar accepteren, en geeft de voorkeur aan isolement. Ze vindt het prima om met andere homo’s om te gaan, en wil dat Lorraine haar “andere” identiteit als lesbienne omarmt. Lorraine weigert dat echter te accepteren.

Melanie en Abshu organiseren een buurtfeest om geld in te zamelen voor een advocaat om de huisbaas aan te vechten, en alle bewoners behalve Lorraine en Tee wonen het feest bij. Ciel verschijnt als verrassing op het feest en wordt gelukkig herenigd met haar vriendinnen Mattie en Etta Mae. Lorraine en Tee gaan naar een ander feest in een homoclub, maar krijgen ruzie en Lorraine verlaat het huis alleen. Ze klopt aan bij Ben, zonder te weten dat hij op het feestje is. Dan wordt ze aangeklampt door C.C. die haar met geweld verkracht en haar bloedend en gehavend achterlaat achter de vuilnisbakken bij de bakstenen muur.

Ben ontdekt Lorraine later en probeert haar te helpen. Maar Lorraine, getraumatiseerd door de aanval, ziet hem aan voor C.C. en valt hem aan met een plank. Daarna houdt ze alle andere bewoners tegen tot de ambulance arriveert. Zowel zij als een bewusteloze Ben worden weggereden met Tee, die wordt gealarmeerd door een buurvrouw. Mattie, wier woede eindelijk haar apathie voor het leven heeft overwonnen, grijpt een koevoet en begint de fel bejubelde bakstenen muur af te breken. Alle andere bewoners pakken gereedschap en, eindelijk samenkomend als een gemeenschap, slaan ze samen de muur neer.