The Manciple in The Canterbury Tales: General Prologue & Frame Story
The Manciple
Een manciple is iemand die verantwoordelijk is voor de inkoop van voedsel en benodigdheden voor een instelling zoals een school, klooster of rechtbank. Deze manciple werkt voor een herberg (de “tempel”), waar advocaten kunnen wonen of samenkomen. Hoewel het portret van de leerling begint met deze leerling te presenteren als iemand die als een goed voorbeeld kan dienen voor andere kopers, beginnen we al snel vraagtekens te zetten bij de ethiek van de man wanneer we vernemen dat hij, of hij nu contant of op krediet koopt, altijd met een positief saldo op zijn rekeningen eindigt. Hoe is dat nu precies mogelijk, tenzij de Gezant ergens met de cijfers knoeit? Dus als het portret zich afvraagt hoe verbazingwekkend het is dat de ongeleerde leerling altijd financieel beter af is dan zijn geleerde meesters, is dat waarschijnlijk met een beetje ironie.
De Gastheer wekt tegen het einde van de Vertellingen nog meer vermoedens over de oneerlijkheid van de Jongeling, wanneer hij de Jongeling waarschuwt dat de Kok zijn beledigingen zal vergelden door de “rekenynges”, of financiële rekeningen, van de Jongeling aan te tasten (Proloog van de Jongeling 74). De Gezant doet dit door meer wijn te geven aan een al gevaarlijk dronken Kok, waardoor zijn ethiek nog meer in twijfel wordt getrokken.
Het Portret van de Gezant is niet het enige voorbeeld dat we krijgen van iemand die mensen die boven hem staan op de totempaal bedriegt (zie de Reeve voor een ander voorbeeld). Zijn succesvolle confrontatie met “an heep of lerned men” (Proloog 577) suggereert dat er geleerde spitsvondigheden zijn, en dat er ook financiële spitsvondigheden zijn, en dat die twee elkaar soms niet zullen ontmoeten. Het roept ook de vraag op welke soorten kennis passen bij elke sociale klasse. Is het omgaan met geld gewoon te laag bij de gronds voor advocaten uit de hogere klasse? En bovendien, is een onethische aard noodzakelijk voor financieel succes en daarom buiten bereik van nobele types zoals de Ridder, die verondersteld worden onberispelijk moreel te zijn?