The greeting of peace-security (al-salamu alaykum): uncovering the basis of Islamic peace
Een onderscheidend kenmerk van moslims is de uitwisseling van begroetingen waarbij men elkaar begroet met al-salamu alaykum!– samen met het antwoord … wa alaykum al-salam! Dit wordt meestal vertaald als “vrede zij met u!” en “en vrede zij met u!” (Dit is een verkorte vorm van de vollere zin; zie hieronder.) Hier wordt salam vandaag de dag normaal gesproken opgevat als ‘vrede’, terwijl de betekenis misschien beter kan worden weergegeven als: ‘groet van veiligheid-vrede’. Deze groet staat bekend als tahiyyat al-islam, “de groet van de Islam”, en houdt in dat men de ander toewenst dat God hem een lang en succesvol leven in vrede schenkt, veilig voor schade. Toen de neef van de Profeet van vaderszijde, Jafar b. Abi Talib, in 615 (zeven jaar vóór de migratie van de Profeet naar Medina in 622) de essentie van de islamitische leiding beschreef aan de Ethiopische keizer, de “Negus” (al-Najasht) van de islamitische literatuur, aan diens hof in Axum, benadrukte Ja’far deze “begroeting van de Islam” als een nieuwe praktijk die specifiek was voor hun godsdienst. Een nadere beschouwing van deze belangrijke uitdrukking die vaak over de lippen van moslims komt, onthult hoe onafscheidelijk de begrippen veiligheid en vrede werkelijk zijn in de islamitische beleving.
Begroetingen in het gebed
Een parallel gebruik van deze beroemde begroeting vindt plaats bij de afsluiting van het rituele gebed van de Islam met de dubbele groet van taslim, eerst naar rechts en dan naar links, waarmee de formele salat wordt afgesloten. De handeling van taslim houdt een dubbele herhaling in van de volledige zin: al-salamu ‘alaykum wa rahmat Allahi wa barakatuhu, “Vrede-Zekerheid zij met u, en Gods Barmhartigheid en Zijn Zegening”. Dit woord taslim is afgeleid van de Arabische stam II sallama (‘vrede-veiligheid-groeten’), zoals in de formule van lof en zegening die steevast wordt aangeroepen bij het noemen van de Profeet Mohammed – zie Koran 33:56, “God en Zijn engelen zegenen de Profeet; o jullie die geloven, zegent hem ook en geeft hem vrede-veiligheid-groeten” ( sallu ‘alayhi wa sallimu tasliman). (1) De vaak uitgesproken lofrede op Gods Boodschapper Mohammed – “Moge God hem zegenen en vrede geven” (salla llahu alayhi wa sallam) – houdt oprechte zegeningen in en hoopt dat de Profeet de hoogste beloning en zaligheid in het Hiernamaals zal genieten, namelijk in het Paradijs. Wij herinneren eraan dat de uitdrukking dar al-salam, “de verblijfplaats van vrede en veiligheid”, verwijst naar het Paradijs. In Koran 10:25 staat: “God nodigt uit naar het tehuis van vrede en veiligheid en Hij leidt wie Hij wil op het rechte pad” (wa ‘llahu yad’u ila dari ‘l-salami wa yahdi man yasha’u ila siratin mustaqimin). De gelovigen die door het verrichten van goede daden toegang krijgen tot het Paradijs, bereiken vriendschap met God, zoals in Koran 6:127 staat: “Voor hen is het tehuis van vrede bij hun Heer, en Hij is hun Vriend wegens hetgeen zij verrichtten.”
De taslim wordt altijd voorafgegaan door de ‘zegenspreuk van begroetingen’ (al-tahiyyat) (2) die een integraal onderdeel vormt van de rituele gebeden, waarin begroetingen en lofprijzingen worden uitgesproken over God, terwijl ‘vredesgroeten’ worden uitgesproken over de Profeet en over de rechtschapen aanbidders van God. In zijn volste vorm aan het einde van de…