shamash – Jewish English Lexicon
shamash
Alternatieve schrijfwijzen
shammos, schammos, shames
Definities
- 1. kaars die eerst wordt aangestoken en daarna wordt gebruikt om andere Chanoeka-kaarsen aan te steken
- 2. De conciërge van een synagoge.
- 3. persoonlijk assistent / adjudant / gofer, vooral van een rabbijn of in de Hollywood-entertainmentindustrie
voorbeeldzinnen
- “De sjamasj gaat nieuwe siddurim bestellen.”
- “Voor de eerste nacht, hebben we een kaars en een sjamasj nodig.”
Talen van herkomst
Textueel Hebreeuws, Jiddisch
Etymologie
Heb שמש shamásh, Jiddisch שמשׂ shámes
Wie gebruikt dit
Religieus: Joden die zich bezighouden met religieuze observantie en enige Joodse scholing hebben
Joden: Joden van diverse religieuze achtergronden en organisatorische betrokkenheid
Regio’s
Noord-Amerika
Woordenboeken
The New Joys of Yiddish, door Leo Rosten en Lawrence Bush (New York, 2003).
The Joys of Hebrew, door Lewis Glinert (New York, 1992).
Dictionary of Jewish Usage: A Popular Guide to the Use of Jewish Terms, door Sol Steinmetz (Lanham, MD, 2005).
JPS: The JPS Dictionary of Jewish Words, door Joyce Eisenberg en Ellen Scolnic, (Philadelphia, 2001)