Roman Comedy Elaborated in the Works of Plautus and Terence

sep 9, 2021
admin
De Romeinse komedie leende veel van zijn Griekse tegenhanger, maar de Romeinse komedianten brachten substantiële veranderingen aan en creëerden een popere Romeinse stijl van komedie.

De twee Romeinse toneelschrijvers die het best de Nieuwe Komedie illustreren die zich in een eerdere periode in Griekenland (336-250) enigszins had ontwikkeld, zijn Plautus en Terence. Hoewel er geen Griekse originelen van Plautus’ 20 toneelstukken bewaard zijn gebleven, bestaan er uitgebreide fragmenten en twee min of meer volledige werken van de Griekse Nieuwe Komedie, die een vergelijking mogelijk maken. De werken van Terence daarentegen kunnen alle worden herleid tot hun Griekse originelen.

Inhoudsopgave

Griekse Oude Komedie:

De Griekse Oude Komedie wordt het best geïllustreerd in de werken van Aristophanes. Het bestaat uit politieke en sociale satire met wat literaire travestie en ook wat burleske. Het is vooral gekenmerkt door humor en fantasie, waarin serieuze stellingen werden gepresenteerd en beargumenteerd, samen met het gebruik van prachtige poëzie om de ideeën uiteen te zetten. De nieuwe komedie daarentegen richt zich meer op karakterontwikkeling en menselijke relaties. Vergissingen en identiteitsverwisselingen lijken de belangrijkste middelen te zijn die de komedianten gebruikten om de plot van het verhaal te bevorderen.

Plautus en de Nieuwe Komedie

Plautus, 254-189, is de vroegst bekende van de Romeinse komedianten. Zijn werken, 20 toneelstukken, hebben allemaal gemeenschappelijke kenmerken, zoals een krachtige en snelle dialoog samen met racy en uitbundige humor. Zijn stijl staat ook bekend om zijn alliteratie, redundantie, woordspelingen en woordspelingen, waardoor zijn werken moeilijker te vertalen zijn dan die van de andere Romeinse dramaturgen. Hij schijnt succesvoller te zijn geweest in het vertalen van Griekse uitdrukkingen en woordspelingen dan moderne geleerden van zijn Latijn.

Plautus was echter niet alleen maar een kopiist. Hij introduceerde een vernieuwende methode en praktijk in zowel stijl als metrum. Hoewel sommige van zijn toneelstukken in een bijna geheel jambisch en trochaisch vers werden opgevoerd, kregen andere daarentegen een uitgewerkte cantica, vergelijkbaar met de moderne opera. Hij werkte de maatsoort uit om hem te vergroten of om hem te variëren naar gelang van een verschuiving in de zin. Het schijnt, althans te oordelen naar de Griekse fragmenten, dat deze invoering uitsluitend aan Plautus te danken was.

Terence en de Nieuwe Komedie

Terence, 195-159, was nooit zo populair als Plautus, wat te wijten kan zijn aan zijn achtergrond, als slaaf overgebracht uit Carthago. Hij schijnt het tegendeel van Plautus te zijn geweest in zijn stijl en voorstellingen, waarbij hij de voorkeur gaf aan de Hoge Komedie boven de Lage Stijl van Plautus. Ook zijn, in tegenstelling tot Plautus, zijn invloeden te herleiden tot hun Griekse originelen, alle van de beroemde Menander of diens navolger Apollodorus. Bovendien gebruikten zijn komedies, in tegenstelling tot Plautus, eenvoudige en onuitgewerkte meters en verzen.

Terence introduceerde echter wel vele revolutionaire technieken die hem tot een voorloper van het hedendaagse theater maken. Zijn grootste bijdrage was de introductie van een subplot, meestal een romantisch plot. Hij gebruikte de subplot om een universeel gelukkig einde te maken, maar ook om de hoofdplot te compliceren. Het einde kon alleen worden bereikt door de voltooiing van de oplossing van de minor-plot.

Terence schafte bovendien de alwetende proloog af en baseerde zijn komedies op suspense en verrassing. Vóór hem gaf de proloog de grote lijnen van het stuk aan, zodat het publiek alles zou weten, in tegenstelling tot de hoofdrolspelers. Hij begon scènes ook in het midden van een regel, een praktijk die door Plautus was afgeschaft, en schrapte directe toespraken tot het publiek. Door zijn praktische theatrale benaderingen en vernieuwingen zijn de stukken van Terence de gemakkelijkste van de Nieuwe Komedies om aan een modern publiek te presenteren. Ze waren in de Middeleeuwen en de Renaissance ook geliefd om hun romantische subplots. Zie bijvoorbeeld Shakespeare en Moliere.

De twee overgebleven Romeinse komedianten, hoewel zeer verschillend in stijl en aanpak, waren niet alleen in staat een aantal van de grote Griekse meesterwerken voor latere generaties te bewaren, maar zij introduceerden ook nieuwe dimensies en praktijken, waardoor de Romeinse komedie zich onderscheidde van haar Griekse tegenhanger.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.