OK ik zal proberen hier op een paar punten in te gaan.

Ten eerste: het woord mengbaar wordt alleen gebruikt om vloeistoffen te beschrijven. Voor een vaste stof die oplost in een vloeistof, moet het woord oplosbaar worden gebruikt.

Water en aceton zijn mengbaar omdat aceton en water beide polair zijn – en omdat water en aceton een waterstofbrug met elkaar kunnen aangaan. Water is echter veel polairder dan aceton – beschouw aceton als een tussenproduct in polariteit tussen water en, laten we zeggen, hexaan. Aceton is nog steeds apolair genoeg om apolaire verbindingen op te lossen die niet in water oplossen.

Als je een oplossing van een apolaire organische verbinding in aceton in water giet, zal de aceton zich nog steeds met het water vermengen, en de organische stof zal ofwel neerslaan, ofwel uitvloeien (als het een vloeistof is). Het blijft mengbaar in water.

Als je een onmengbaar mengsel hebt van water en een halfpolair organisch oplosmiddel, bijvoorbeeld diethylether, en je voegt aceton toe, dan zal de aceton zich volgens een verdelingscoëfficiënt verdelen tussen de diethylether en de waterlagen. In principe zal een deel in het water gaan, en een deel in de ether.