PMC
Ondanks aanzienlijke twijfels over de effectiviteit,1,2 is acupunctuur een populaire behandeling geworden die momenteel wordt bepleit voor een breed scala van aandoeningen.3 Veel clinici zullen denken ‘Waarom niet? Het kan toch geen kwaad! Maar is deze veronderstelling eigenlijk wel waar?
Er zijn nu overtuigende gegevens uit verschillende prospectieve, observationele studies die aantonen dat ongeveer 10% van de patiënten milde en voorbijgaande bijwerkingen ondervindt na acupunctuur.4,5 Daarnaast zijn er met enige regelmaat ernstige complicaties, waaronder sterfgevallen, geconstateerd. Helaas bestaan er geen epidemiologische gegevens en moeten we ons dus verlaten op anekdotes. In de handen van goed opgeleide, ervaren acupuncturisten lijken ernstige voorvallen zelden voor te komen. Toch zijn zelfs zeldzame bijwerkingen belangrijk als ze leiden tot sterfgevallen en verantwoordelijke therapeuten moeten zich bewust zijn van de risico’s.6
Over 90 sterfgevallen na acupunctuur zijn anekdotisch gedocumenteerd in de medische literatuur.7 Acupunctuur is dus in verband gebracht met meer sterfgevallen dan de meeste andere ‘alternatieve’ therapieën, met uitzondering van kruidengeneeskunde. Dit betekent natuurlijk niet noodzakelijkerwijs dat de frequentie van dergelijke voorvallen hoger is. Het is waarschijnlijker dat dit het gevolg is van het wijdverbreide gebruik van acupunctuur. Door het gebrek aan betrouwbare noemercijfers kunnen de frequenties niet worden geschat. Voor het VK liggen ze waarschijnlijk dicht bij nul: geen van de hierboven vermelde sterfgevallen7 deed zich voor in Groot-Brittannië. Het is duidelijk dat het risico daardoor veel kleiner is dan bij veel conventionele behandelingen.
De sterfgevallen zijn meestal te wijten aan het feit dat een acupunctuurnaald een vitaal orgaan binnendringt. Dit kan op zijn beurt pneumothorax, cardiale tamponade of grote bloedingen veroorzaken. De meeste gevallen van deze aard worden gerapporteerd in de Aziatische literatuur, die voor de meesten van ons niet gemakkelijk toegankelijk is. Twee recent gemelde Chinese gevallen zijn vrij typisch.
Een 44-jarige Chinese vrouw met een voorgeschiedenis van diabetes en hypertensie consulteerde een acupuncturist zonder vergunning in een landelijke omgeving. Toen een acupunctuurnaald haar hart binnendrong, klaagde de patiënte onmiddellijk over ernstige en alarmerende symptomen. In plaats van dringend actie te ondernemen, stak de acupuncturist nog een naald in haar borstwand. De patiënte overleed vervolgens vrijwel onmiddellijk. Bij de autopsie werden twee gaatjes in de rechterhartkamer gevonden.8 De tweede patiënte was een 26-jarige Chinese vrouw die om een niet nader genoemde reden een acupuncturist raadpleegde. Een naald drong haar long binnen en de patiënte overleed aan spanningspneumothorax.9
Het eerste geval8 illustreert het belang van adequate training en techniek. Zoals bij alle invasieve interventies, kunnen complicaties na acupunctuur optreden; maar als ze optreden, moeten ze worden herkend en onmiddellijk behandeld. Men zou kunnen stellen dat slecht opgeleide alternatieve therapeuten zich kenmerken door een slechte techniek en een neiging tot overschatting van het potentieel van hun eigen interventies. In plaats van levensreddende maatregelen te nemen, trachtte de acupuncturist8 op tragische wijze de symptomen van zijn patiënt te behandelen met meer acupunctuur. De tweede casusbeschrijving9 is ook typerend, maar in een heel ander opzicht. Het is zo weinig gedetailleerd dat het bijna zinloos is. Casusrapporten over bijwerkingen na acupunctuur zijn vaak beperkt door een gebrekkige rapportage,10 vooral die welke in de Chinese literatuur zijn gepubliceerd. Het zou uiteraard een vooruitgang zijn als de kwaliteit van de rapportage van casusverslagen zou kunnen worden verbeterd.
Aangezien er geen post-marketing surveillance bestaat voor bijwerkingen van acupunctuur, lijkt het waarschijnlijk dat veel gevallen, met name die welke zich voordoen in landelijke gebieden van China en andere Aziatische landen, ongemeld en ongepubliceerd blijven. Het is dus gissen naar het werkelijke aantal sterfgevallen. Ongetwijfeld geven de gepubliceerde gegevens slechts het topje van de ijsberg weer.
De meeste complicaties van acupunctuur zijn natuurlijk te vermijden. Acupunctuur wordt niet alleen door artsen beoefend, maar ook door minder goed opgeleide therapeuten. In de twee bovengenoemde gevallen,8,9 bijvoorbeeld, is een waarschijnlijke oorzaak van de verwondingen dat de acupuncturist verzuimde de naald tangentieel over een vitaal orgaan in te brengen. Dit zou standaardkennis moeten zijn voor alle acupuncturisten. Op het Chinese platteland, waar acupunctuur op grotere schaal wordt toegepast dan in het Westen, is de meerderheid van de acupuncturisten niet zo goed opgeleid als bijvoorbeeld de leden van de British Medical Acupuncture Association. Een betere opleiding van acupuncturisten zou de sleutel zijn tot een effectieve preventie.
Concluderend: sterfgevallen na acupunctuur mogen dan zeldzaam zijn, ze komen wel voor. De beste manier om het risico te minimaliseren is ervoor te zorgen dat alle acupuncturisten goed zijn opgeleid – niet alleen in acupunctuurtechniek, maar ook in het herkennen van ernstige ongewenste voorvallen en het initiëren van levensreddende maatregelen.