pH van zoutoplossingen
ons doel is om de ph van verschillende zoutoplossingen te vinden en we beginnen met een oplossing van natriumacetaat dus in oplossing gaan we natriumionen na+ en acetaatanionen ch3coo – hebben en de natriumkationen reageren niet met water maar de acetaatanionen wel dus het acetaatanion is de geconjugeerde base van azijnzuur dus het acetaatanion gaat reageren met water en het gaat functioneren als een base het gaat een proton uit water halen dus als je een H plus 2 ch3coo toevoegt – krijg je ch3cooh en als je een proton weghaalt bij water als je een h+ weghaalt bij h2o krijg je Oh H – met het hydroxide ion oké dus laten we verder gaan en onze beginconcentraties hier opschrijven dus ons doel is om de pH van onze oplossing te berekenen we beginnen met 0.25 molaire concentratie van natriumacetaat en dus is dat dezelfde concentratie van ons acetaatanion hier, dus schrijven we 0.25 molair voor de beginconcentratie van het acetaatanion als we doen alsof er niets heeft gereageerd, moeten we een nulconcentratie hebben voor onze beide producten, dus een nulconcentratie voor onze twee producten Vervolgens denken we aan de verandering, dus CH 3 Co – het acetaat anion als het reageert zal het veranderen in ch3cooh of azijnzuur dus welke concentratie we ook verliezen voor het acetaat anion we winnen voor azijnzuur dus als we de concentratie van het acetaat anion X maken dat reageert goed dus als X reageert als X concentratie reageert gaan we X verliezen en we gaan hier X winnen goed het is hetzelfde voor hydroxide we zouden X een concentratie winnen voor het hydroxide dus bij evenwicht zou de concentratie van acetaat 0.25 min X dus we gaan ervan uit dat alles in evenwicht komt de concentratie van azijnzuur zou X zijn de concentratie van hydroxide zou ook X zijn goed volgende schrijven we onze evenwichts uitdrukking en aangezien dit acetaat is dat als base functioneert zouden we KB hier schrijven dus we schrijven K B is gelijk aan de concentratie van onze producten over de concentratie van onze reactanten dus we hebben de concentratie van ch3cooh maal de concentratie van hydroxide Zoar maal de concentratie van LH – dit is allemaal over de concentratie van onze reactanten en nogmaals we negeren water dus we hebben alleen de concentratie van acetaat om zorgen over te maken hier dus we zetten de concentratie van acetaat in orde dus laten we nadenken over de concentratie van azijnzuur bij evenwicht in orde dus bij evenwicht is de concentratie X dus ik ga hierheen en zet X en dan voor hydroxide is het hetzelfde recht de concentratie van hydroxide evenwicht is ook X dus ik zet X in hier en dan voor de concentratie van acetaat rechts een evenwicht concentratie van acetaat is 0.25 min X dus 0.25 min X vervolgens als je nadenkt over de KB waarde voor deze reactie en je zult waarschijnlijk niet in staat zijn om dit te vinden in een tabel maar je kunt de KA vinden voor azijnzuur dus azijnzuur rechts azijnzuur en acetaat dit is een geconjugeerd zuur-base paar en de KA waarde voor azijnzuur is gemakkelijk te vinden in de meeste leerboeken en de KA waarde is gelijk aan 1.8 keer 10 tot de negatieve 5 en ons doel is om de KB te vinden juist wat is de KB voor de geconjugeerde base en we weten dat voor een geconjugeerd zuur-base paar ka keer KB gelijk is aan kW juist de ionisatie constante voor water dus we kunnen verder gaan en 1,8 keer 10 tot de negatieve 5 keer KB is gelijk aan we weten dat deze waarde 1 is.0 keer 10 tot negatief 14 dus we moeten KB oplossen en we kunnen de rekenmachine pakken en één punt nul keer 10 tot negatief 14 nemen en dan delen door 10,8 keer 10 tot negatief 5 dus krijgen we vijf punt zes keer 10 tot negatief 10 dus laten we hier wat meer ruimte nemen en dat opschrijven dus KB is gelijk aan vijf punt zes keer 10 tot negatief 10 en dit is gelijk aan x in het kwadraat rechts is gelijk aan x in het kwadraat over 0.25 min X om het rekenen makkelijker te maken gaan we ervan uit dat de concentratie X veel kleiner is dan 0.25 en als dat het geval is dan is dit een extreem klein getal we kunnen net doen alsof het dicht bij nul is en dus 0.25 min X is vrijwel hetzelfde als 0,25 dus laten we die aanname nog een keer doen om ons leven makkelijker te maken, dus dit is vijf punt zes keer 10 tot de negatieve 10 is gelijk aan x in het kwadraat over 0,25 dus nu moeten we oplossen voor X oké dus we hebben vijf punt zes keer 10 tot de negatieve 10 en we gaan dat vermenigvuldigen we gaan dat vermenigvuldigen met 0,25 en dus krijgen we één punt vier keer 10 tot de negatieve 10 en we gaan dat vermenigvuldigen met 0,25.25 en zo krijgen we een punt vier keer 10 is een negatieve 10 dus we moeten nu de vierkantswortel nemen van dat getal en we krijgen X is gelijk aan dit geeft ons X is gelijk aan 1,2 keer 10 tot de negatieve 5 dus laten we doorgaan en dat hier schrijven dus X X is gelijk aan 1.2 keer 10 tot de negatieve 5 goed wat stelt X voor we hebben al deze berekeningen hier geschreven we zijn misschien vergeten wat X voorstelt X stelt de concentratie van hydroxide-ionen voor juist dus X is gelijk aan de constante van hydroxide-ionen dus laten we verder gaan en dat opschrijven X is gelijk aan deze dus dit is molariteit dit is de concentratie hydroxide ionen en als we dat weten kunnen we uiteindelijk de pH berekenen dat was onze oorspronkelijke vraag de pH van onze oplossing zodat we de Poh kunnen vinden vanaf hier Ik weet dat de Poh gelijk is aan de negatieve log van de hydroxide ionen concentratie dus ik kan de negatieve log nemen van wat we net hebben de negatieve log van 1.2 maal 10 tot de negatieve 5 en dat geeft me de Poh dus laten we dat doen dus de negatieve log van 1.2 maal 10 tot de negatieve 5 geeft me een Poh van vier punt negen twee dus ik ga verder en schrijf Poh is gelijk aan vier punt negen twee en tenslotte om de pH te vinden moet ik nog een ding gebruiken want de pH plus de Poh is gelijk aan 14 dus ik kan de Poh hier inpluggen en dat dan aftrekken van 14 dus de pH is gelijk aan 14 min 4.9 2 en dat komt uit op negen komma nul acht dus de pH is gelijk aan negen komma nul acht dus we hebben te maken met een basische oplossing voor ons zout laten we er nog een doen dus ons doel is om de pH te berekenen van een punt nul vijf nul molaire oplossing van ammoniumchloride dus voor ammoniumchloride hebben we NH vier plus en Cl minus de chloride anionen zullen niet merkbaar reageren met water maar de ammonium ionen wel dus laten we onze reactie hier schrijven dus NH4 plus gaat functioneren als een zuur het gaat een proton afstaan aan H2O dus als H2O een proton accepteert verandert dat in hydronium ion dus h3o plus en als NH4 plus een proton verliest houden we nh3 over dus laten we beginnen met onze beginconcentraties. We proberen de pH van onze oplossing te vinden en we beginnen met een punt nul vijf nul molaire oplossing van ammoniumfluoride dus dat is dezelfde concentratie van ammoniumionen, dus dit is punt nul vijf nul molair en als we doen alsof deze reactie nog niet heeft plaatsgevonden is de concentratie van onze producten nul. Vervolgens denken we aan de verandering en aangezien NH 4 plus verandert in NH 3 is wat we verliezen voor NH 4 plus wat we winnen voor NH 3 dus als we een bepaalde concentratie van X verliezen voor ammonium. concentratie X voor NH 4 plus verliezen, winnen we dezelfde concentratie X voor NH 3 en dus winnen we ook dezelfde concentratie voor hydronium. Dus bij evenwicht is onze ammoniumconcentratie punt nul, vijf nul min X voor het hydroniumion is het X en voor ammoniak is het voor NH 3 ook X. We hebben het hier dus over ammonium dat als zuur fungeert en dus gaan we een evenwichtsuitdrukking schrijven, we gaan ka schrijven, dus ka is gelijk aan de concentratie van producten ten opzichte van reactanten, dus dit zou de concentratie van h3o plus maal de concentratie van NH 3 zijn, helemaal gelijk aan de concentratie van NH 4 plus omdat we water weglaten dus alles over de concentratie van NH 4 plus de concentratie van hydronium ionen bij evenwicht is X dus we zetten hier een X in hetzelfde voor de concentratie van NH 3 en rechts dat zou X zijn dus we zetten hier een X in dit is alles over de concentratie van ammonium dat is punt nul vijf nul min X dus hier zetten we nul punt nul vijf nul min X vervolgens moeten we nadenken over de KA waarde goed dus het vinden van de KA voor deze voor deze reactie is meestal niet iets wat je zou vinden in een tabel in een leerboek maar we weten dat we het hebben over een zuur-base een geconjugeerd zuur-basenpaar hier dus NH vier plus en NH drie ons geconjugeerd zuur-basenpaar we proberen de KA te vinden voor NH 4 plus en nogmaals dat is meestal niet te vinden in de meeste leerboeken maar de KB waarde voor NH 3 is het is 1.8 keer 10 tot de negatieve 5 dus voor een geconjugeerd zuur-base paar is ka maal KB gelijk aan kW dus we proberen ka te vinden we weten dat KB 1,8 keer 10 tot de negatieve 5 is dit is gelijk aan 1,0 keer 10 tot de negatieve 14 dus we kunnen nogmaals ka vinden op onze rekenmachine dus 1,0 keer 10 tot de negatieve 14 we delen dat door 1.8 keer 10 tot de negatieve 5 en dus is de KA waarde 5 punt 6 keer 10 tot de negatieve 10 dus als we hier wat ruimte hebben zeggen we ka is 5 punt 6 keer 10 tot de negatieve 10 dit is gelijk aan dus x in het kwadraat hier en nogmaals we gaan er van uit dat X veel veel kleiner is dan punt 0 5 en 0 dus we hoeven ons geen zorgen te maken over X hier als het een extreem klein getal is punt 0 5 0 min X is vrijwel hetzelfde als punt 0 5 0 dus we stoppen dit erin en we hebben punt 0 5 0 hier dus we moeten X oplossen dus we pakken de rekenmachine en we nemen vijf punt zes keer 10 tot de negatieve 10 en we vermenigvuldigen met punt nul vijf en dan nemen we de vierkantswortel daarvan om te krijgen wat X is dus X is gelijk aan 5 punt 3 keer 10 tot de negatieve 6 dus X is gelijk aan vijf punt drie keer 10 tot de negatieve 6 X vertegenwoordigt de concentratie van hydronium ionen dus dit is een concentratie juist dit is de concentratie van hydronium ionen dus om de pH te vinden hoeven we alleen maar de negatieve log van dat te nemen oké dus de pH is gelijk aan de negatieve log van de concentratie van hydronium ionen dus we kunnen dat hier gewoon inpluggen vijf punt drie keer tien tot de negatieve zes en we kunnen oplossen en laten we nemen de negatieve log van vijf punt drie keer tien tot de negatieve zes en zo krijgen we vijf punt twee acht als we hier naar boven afronden dus laat me een beetje meer ruimte dus we ronden af naar vijf punt twee acht voor onze uiteindelijke pH de pH is gelijk aan vijf punt twee acht dus we hebben een zure oplossing die is wat we zouden verwachten als we als we denken aan het zout dat we oorspronkelijk kregen voor dit probleem