PERCODANCII
Verhoogd risico op hypotensie, ademhalingsdepressie, sedatie met benzodiazepinen of andere CNS-depressiva (bv. niet-benzodiazepine sedativa/hypnotica, anxiolytica, algemene anesthetica, fenothiazines, tranquilizers, spierverslappers, antipsychotica, alcohol, andere opioïden); gelijktijdig gebruik voorbehouden aan personen voor wie alternatieve opties ontoereikend zijn; doseringen/doseringen beperken tot het vereiste minimum; controleren. Tijdens of binnen 14 dagen na MAO-remmers: niet aanbevolen. Risico op serotoninesyndroom met serotonerge geneesmiddelen (bijv. SSRI’s, SNRI’s, TCA’s, triptanen, 5-HT3-antagonisten, mirtazapine, trazodon, tramadol, cyclobenzaprine, metaxalon, MAO-remmers, linezolid, intraveneus methyleenblauw); bewaken en staken bij vermoeden. Vermijd gelijktijdige gemengde agonist/antagonist opioïden (bijv. butorfanol, nalbuphine, pentazocine) of partiële agonisten (bijv. buprenorfine); kan de effecten verminderen en/of onttrekkingsverschijnselen versnellen. Versterkt door CYP3A4-remmers (bijv. macroliden, azol-antifungale middelen, proteaseremmers). Tegengegaan door CYP3A4-inductoren (bijv. rifampine, carbamazepine, fenytoïne). Kan diuretica antagoneren; controleren. Paralytische ileus kan optreden met anticholinergica. Verhoogd risico op bloedingen met alcohol, anticoagulantia, andere NSAID’s. Kan uricosurica en antihypertensiva tegenwerken. Kan acetazolamide, orale hypoglykemica, methotrexaat versterken.