Generieke naam: somatropine (soe ma TROE pin)
Merknaam: Genotropin, Humatrope, Norditropin FlexPro Pen, Nutropin AQ NuSpin 10, Omnitrope, Saizen, Serostim, Zomacton, Zorbtive

Medisch beoordeeld door Philip Thornton, DipPharm. Laatst bijgewerkt op 7 jan 2020.

• Gebruikswijzen
• Waarschuwingen
• Voor inname
• Dosering
• Wat te vermijden
• Interacties

Wat is Omnitrope?

Omnitrope (somatropine) is een vorm van menselijk groeihormoon dat belangrijk is voor de groei van botten en spieren.

Omnitrope wordt gebruikt om groeistoornissen te behandelen bij kinderen en volwassenen die een tekort hebben aan natuurlijk groeihormoon. Dit omvat mensen met het syndroom van Turner, Prader-Willi syndroom, korte gestalte bij de geboorte zonder inhaalgroei, en andere oorzaken.

Omnitrope kan ook worden gebruikt voor doeleinden die niet in deze medicatiegids zijn vermeld.

Waarschuwingen

U mag Omnitrope niet gebruiken als u kanker heeft, oogproblemen veroorzaakt door diabetes, of als u wordt behandeld voor het Prader-Willi syndroom en u overgewicht heeft of ernstige ademhalingsproblemen heeft. U mag Omnitrope niet gebruiken als u een ernstige ziekte heeft als gevolg van longfalen of complicaties van een recente operatie, verwonding of medisch trauma.

Voordat u Omnitrope krijgt, moet u uw arts vertellen over al uw vroegere en huidige medische aandoeningen, met name allergieën, trauma, operatie, diabetes, kanker, ademhalingsproblemen, lever- of nierziekte, scoliose, hoge bloeddruk, pancreasaandoening, onderactieve schildklier of een hersentumor.

Ook moet u uw arts vertellen over alle andere geneesmiddelen die u gebruikt, met name steroïden of diabetesmedicijnen. Uw doseringen van deze geneesmiddelen moeten mogelijk worden gewijzigd wanneer u begint met het gebruik van Omnitrope. Stop niet plotseling met het gebruik van een steroïde en verander de dosering van uw medicijnen niet zonder advies van uw arts.

Bel onmiddellijk uw arts als u plotselinge en ernstige pijn in uw bovenbuik heeft met misselijkheid en braken, een snelle hartslag, toegenomen dorst of urineren, gewichtsverlies, of veranderingen in het gezichtsvermogen en plotselinge, ernstige pijn achter uw ogen.

Voordat u dit middel gebruikt

U mag Omnitrope niet gebruiken als u allergisch bent voor somatropine of benzylalcohol, of als u:

• een ernstige ziekte als gevolg van longfalen of complicaties van een recente operatie, verwonding of medisch trauma;

• kanker;

• oogproblemen als gevolg van diabetes (diabetische retinopathie); of

• als u wordt behandeld voor het Prader-Willi-syndroom en u overgewicht heeft of ernstige ademhalingsproblemen (waaronder slaapapneu).

Om er zeker van te zijn dat Omnitrope veilig voor u is, moet u uw arts vertellen of u:

• kanker (vooral in de kindertijd);

• diabetes;

• breathing problems, sleep apnea;

• een hypofyseaandoening;

• abnormale kromming van de wervelkolom (scoliose);

• onderactieve schildklier;

• een hoofdletsel of hersentumor; of

• hersenkanker bij kinderen en bestralingsbehandeling.

Het is niet bekend of Omnitrope schadelijk is voor een ongeboren baby wanneer het wordt gebruikt door een zwangere vrouw.

Tel uw arts als u zwanger bent of van plan bent zwanger te worden tijdens de behandeling.

Het is mogelijk niet veilig om borstvoeding te geven aan een baby terwijl u dit geneesmiddel gebruikt. Vraag uw arts over eventuele risico’s.

Omnitrope bevat benzylalcohol, een ingrediënt dat ernstige bijwerkingen of de dood kan veroorzaken bij zeer jonge of premature baby’s. Geef dit geneesmiddel niet aan een kind zonder medisch advies.

Hoe moet ik Omnitrope gebruiken?

Gebruik Omnitrope precies zoals voorgeschreven door uw arts. Uw dosis is afhankelijk van waarvoor u wordt behandeld. Volg alle aanwijzingen op het etiket van uw recept. Gebruik dit geneesmiddel niet in grotere of kleinere hoeveelheden of langer dan aanbevolen.

Omnitrope wordt in een spier of onder de huid geïnjecteerd. Mogelijk wordt u getoond hoe u thuis injecties moet toedienen. Injecteer dit geneesmiddel niet zelf als u niet begrijpt hoe u de injectie moet geven en gebruikte naalden en spuiten op de juiste manier moet weggooien.

Uw zorgverlener zal u laten zien wat de beste plaatsen op uw lichaam zijn om Omnitrope te injecteren. Gebruik elke keer dat u een injectie geeft een andere plaats. Injecteer Omnitrope niet twee keer achter elkaar op dezelfde plaats.

Prepareer uw injectie pas als u klaar bent om deze te geven. Schud het geneesmiddel niet. Niet gebruiken als het geneesmiddel van kleur is veranderd of er deeltjes in zitten. Bel uw apotheker voor nieuw geneesmiddel.

Gebruik een wegwerpnaald en -spuit slechts eenmaal. Volg alle nationale of plaatselijke wetten over het weggooien van gebruikte naalden en spuiten. Gebruik een doorprikbestendige “scherpe” afvalcontainer (vraag uw apotheker waar u er een kunt krijgen en hoe u deze weggooit). Houd deze container buiten het bereik van kinderen en huisdieren.

Tijdens het gebruik van Omnitrope kan het zijn dat u regelmatig bloedonderzoeken moet ondergaan. Uw groeivorderingen zullen vaak moeten worden getest. Uw ogen moeten mogelijk ook worden gecontroleerd.

Als u het Prader-Willi-syndroom heeft, kan uw behandelingsprogramma ook gewichtsbeheersing omvatten. Volg de instructies van uw arts zeer nauwkeurig op.

Gooi Omnitrope weg dat over is nadat de uiterste gebruiksdatum op het etiket is verstreken.

Wat gebeurt er als ik een dosis mis?

Gebruik de gemiste dosis zodra u eraan denkt. Sla de gemiste dosis over als het bijna tijd is voor uw volgende geplande dosis. Gebruik geen extra medicijn om de gemiste dosis in te halen.

Bel uw arts als u meer dan 3 doses achter elkaar mist.

Wat gebeurt er als ik een overdosis neem?

Neem medische spoedhulp in of bel de Gif Hulplijn op 1-800-222-1222.

Overdosering kan trillingen of beven, koud zweet, toegenomen honger, hoofdpijn, sufheid, zwakte, duizeligheid, snelle hartslag, en misselijkheid veroorzaken. Langdurige overdosering kan overmatige groei veroorzaken.

Wat moet ik vermijden tijdens het gebruik van Omnitrope?

Raadpleeg medische spoedhulp als u tekenen heeft van een allergische reactie op Omnitrope: netelroos; moeilijke ademhaling; zwelling van uw gezicht, lippen, tong of keel.

ernstige ademhalingsproblemen kunnen optreden bij patiënten met het Prader-Willi-syndroom die Omnitrope gebruiken. Als u het Prader-Willi-syndroom heeft, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts als u tekenen van long- of ademhalingsproblemen krijgt, zoals kortademigheid, hoesten, of nieuw of toenemend snurken.

Neem ook onmiddellijk contact op met uw arts als u:

• pijn in uw knieën of heupen, mank lopen;

• pijn, zwelling, warmte of drainage in uw oren;

• numbness of tintelingen in uw pols, hand of vingers;

• ernstige zwelling of wallen in uw handen en voeten;

• veranderingen in uw gedrag;

• visionele problemen, ongewone hoofdpijn;

• veranderingen in de vorm of grootte van een moedervlek;

• pijnen of zwellingen in uw gewrichten;

• pancreatitis – hevige pijn in uw bovenbuik die zich uitbreidt naar uw rug, misselijkheid en braken;

• hoge bloedsuikerspiegel – toegenomen dorst, toegenomen urinelozing, droge mond, fruitige ademgeur;

• verhoogde druk in de schedel – ernstige hoofdpijn, oorsuizingen, duizeligheid, misselijkheid, gezichtsproblemen, pijn achter de ogen; of

• verschijnselen van een probleem met de bijnier – extreme zwakte, ernstige duizeligheid, gewichtsverlies, veranderingen in de huidskleur, zich zeer zwak of moe voelen.

Gemeenschappelijke bijwerkingen van Omnitrope kunnen zijn:

• zwelling, snelle gewichtstoename;

• spier- of gewrichtspijn;

• hoofdpijn; of

• pijn, jeuk of huidveranderingen op de plaats waar het geneesmiddel is ingespoten.

Dit is geen volledige lijst van bijwerkingen en er kunnen nog andere bijwerkingen optreden. Bel uw arts voor medisch advies over bijwerkingen. U kunt bijwerkingen aan de FDA melden op 1-800-FDA-1088.

Welke andere geneesmiddelen kunnen Omnitrope beïnvloeden?

Let uw arts op al uw huidige geneesmiddelen en op de geneesmiddelen waarmee u begint of stopt tijdens uw behandeling met Omnitrope, met name:

• birth control pills of hormoonvervangingstherapie

• insuline of orale diabetesmedicijnen; of

• steroïdenmedicijnen (prednison, dexamethason, methylprednisolon, en andere).

Deze lijst is niet volledig. Er kan wisselwerking zijn tussen somatropine en andere geneesmiddelen, waaronder receptgeneesmiddelen, vrij verkrijgbare geneesmiddelen, vitaminen en kruidenpreparaten. Niet alle mogelijke interacties zijn vermeld in deze medicatiegids.

Volgende informatie

Let op, houd dit en alle andere geneesmiddelen buiten het bereik van kinderen, deel uw geneesmiddelen nooit met anderen, en gebruik Omnitrope alleen voor de voorgeschreven indicatie.

Raadpleeg altijd uw arts om er zeker van te zijn dat de informatie op deze pagina van toepassing is op uw persoonlijke omstandigheden.

Medische Disclaimer