Moulding
De botten van het foetale hoofd kunnen dichter naar elkaar toe bewegen of overlappen om het hoofd door het bekken te helpen passen. De pariëtale beenderen overlappen de achterhoofds- en voorhoofdsbeenderen.
Moulding kan de bipariëtale diameter met ~1 cm verminderen. Aanzienlijke afplooiing (met caput) kan een teken zijn van cefalo-bekken disproportie en dit moet worden uitgesloten voordat een instrumentele bevalling wordt geprobeerd.
Wat is normaal?
Tot 2+ occipito-pariëtale afplooiing kan normaal zijn in de latere stadia van de bevalling.
Graad van afronding
Geen afronding – de pariëtale beenderen (sagitale hechtdraad) liggen niet tegen elkaar aan.
+1 afronding – de pariëtale beenderen raken elkaar maar overlappen elkaar niet.
+2 moulding – pariëtale beenderen overlappen elkaar maar kunnen gemakkelijk worden gereduceerd. Als CPD is uitgesloten, moet worden overwogen of een tangbevalling geschikter is dan vacuüm (vooral als er een aanzienlijk caput is).
+3 afronding – pariëtale beenderen hebben elkaar overlapt en zijn onherleidbaar. Ernstige pariëto-pariëtale afplooiing is nooit normaal en moet worden geïnterpreteerd als een teken van relatieve of absolute cefalopevische disproportie.
Ireduceerbare pariëto-pariëtale afplooiing kan wijzen op cefalopelvische disproportie. Overweeg of een keizersnede meer aangewezen is.