Moneyball theory: how to get more from your data
De moneyball-hypothese (dat een datagedreven cultuur succesvollere bedrijven oplevert) blijkt steeds vaker waar te zijn – door statistieken, natuurlijk.
Een rapport van de Economist Intelligence Unit: The deciding factor: Big data and decision-making, bleek dat bedrijven die beslissingen nemen op basis van gegevens 5% – 6% beter presteren dan bedrijven die beslissingen nemen op basis van – nou ja, andere dingen.
Met hetzelfde onderzoek bleek dat de prestaties van bedrijven in drie jaar tijd met 26% verbeterden wanneer big data-analyses werden gebruikt. Denk aan Amazon of Facebook.
Een afzonderlijk EIU-rapport suggereerde dat bedrijven die het best presteren waarschijnlijk goed zijn in het gebruik van gegevens; slecht presterende bedrijven zijn waarschijnlijk slecht in datadingen. In veel opzichten heeft het veelbesproken “informatietijdperk” lang op zich laten wachten. Maar na veel valse starts en triljoenen dollars zijn we er eindelijk.
Heden ten dage zijn bedrijven afhankelijk van computers die enorme stapels gegevens doorzoeken. Zij delegeren de besluitvorming aan algoritmen die bepalen wat te kopen en te verkopen, met wie te handelen, enzovoort.
De sleutel die ruwe gegevens in informatie verandert, is analyse. Het is een discipline die al bestaat sinds computers ponskaarten gebruikten, maar de enorme gegevensmeren van vandaag maken het nieuw relevant. Data analytics is hot en heeft al een diepgaand effect op het bedrijfsleven, de gezondheidszorg, de wetenschap, entertainment en de overheid.
Veel van het rumoer rond data analytics richt zich op wat er gebeurt aan de grote kant van de stad, waar bedrijven en overheden omgaan met enorme hoeveelheden informatie.
Dat is een discipline op zich die bekend staat als big data.
Michael Whitehead is CEO en mede-oprichter van Wherescape. In zijn woorden, het in Auckland gevestigde bedrijf “gaat 100% over analytics”.
Hoewel hij op zijn hoede is voor de term big data, en het beschrijft als “grotendeels een fenomeen aan de aanbodzijde”, wordt zijn bedrijf erkend als een wereldwijde speler in de dataruimte, met ambities om grote IT-entiteiten als Oracle en IBM uit te dagen.
“Gegevens zijn vooral nuttig als het gaat om het veranderen van klantgedrag. Dit is iets wat supermarkten als Countdown slecht doen met hun klantenkaarten en kortingsbonnen, maar wat telco’s heel goed doen.”
Dus hoe word je een data-gedreven bedrijf?
Whitehead zegt dat bedrijven eerst naar hun eigen bronnen moeten kijken.
“Je krijgt de grootste klap voor je geld als je graaft in de gegevens die je al hebt. Dat kunnen klantgegevens of transactiegegevens zijn. Een telco heeft gespreksgegevens, een detailhandelaar heeft verkoopgegevens en een luchtvaartmaatschappij weet wie waarheen heeft gevlogen. Dit is allemaal iets wat niemand anders heeft.
“Big data begint wanneer je er externe gegevens aan toevoegt. Een klassiek voorbeeld is het gebruik van sentimentanalyse op basis van wat mensen op Twitter zeggen. Er is waarde waar dat kruist met je eigen gegevens.”
Whitehead zegt dat Nieuw-Zeelandse bedrijven op de hoogte zijn van het spel als het gaat om het gebruik van big data, maar achterlopen in hun denken over het grote geheel.
“Te vaak zitten ze vast aan het idee van heroïsche besluitvorming waarbij de dappere CEO op een ledemaat gaat staan. Ze willen data niet gebruiken om zich te onderscheiden.”
De lijst van Nieuw-Zeelandse bedrijven die data volgens Whitehead wel als strategisch beschouwen, leest bijna als een lijst van de slimste tech-sterren. Hij noemt Xero, Orion Health, eRoad en Wynyard Group.
“Xero begint data tot de kern van zijn bedrijf te maken. De beursgang van Orion draaide om data. eRoad heeft het nooit over iets anders dan data.
“Data zijn vooral nuttig als het gaat om het veranderen van klantgedrag. Dat is iets wat supermarkten als Countdown slecht doen met hun klantenkaarten en kortingsbonnen, maar wat telco’s heel goed doen.”
Whitehead noemt Spark als een Nieuw-Zeelands bedrijf dat interessante dingen doet met zijn eigen gegevens. Vorig jaar richtte Spark Digital Ventures zijn eigen dataconsultancy op: Qrious. Een van de eerste klanten was een ander bedrijf van Digital Venture: Skinny Mobile. Qrious hielp Skinny te leren welke add-on producten verkopen aan welke klanten, welke abonnementen en aanbiedingen nieuwe klanten aantrekken en wat wel en niet werkt in de verkooppunten van de bedrijven. Skinny laat zien dat je geen miljardenomzet hoeft te hebben om data voor je te laten werken, zegt Whitehead. Het bedrijf heeft een krap budget en beschikt niet over veel intern personeel of computermiddelen – voordat het Qrious inhuurde, gebruikte het Excel om gegevens te doorzoeken.
Lees volledig artikel op Idealog-site