Martin Waldseemüller
Martin Waldseemüller werd geboren in Radolfzell aan de Bodensee en promoveerde in 1490 aan de Universiteit van Freiburg. Veel van Waldseemüllers vroege leven is onduidelijk. Hij komt voor het eerst aan het licht als lid van de groep humanistische geleerden en geografen die bloeide aan het hof van hertog René II van Lotharingen en invloed had op de latere 16de-eeuwse Duitse belangstelling voor geografie. Het nieuws over de ontdekkingen in de Nieuwe Wereld reisde snel naar Transalpijns Europa, en Elzas en Lotharingen werden al snel belangrijke centra van belangstelling voor en studie naar de ontdekkingen en hun gevolgen.
Toen kopieën van de brieven van Amerigo Vespucci aan het hof arriveerden, wekten zij nog meer belangstelling voor de Nieuwe Wereld, en in 1507 publiceerde Waldseemüller een bundel genaamd Cosmographiae introductio, die een beschrijving van de Nieuwe Wereld bevatte alsmede een vertaling van Vespucci’s brieven. Op zoek naar een naam voor het nieuwe land, stelde Waldseemüller (die toen nog niet van Christoffel Columbus had gehoord) voor om het Amerika te noemen, naar Vespucci. Hoewel Waldseemüller later een herziening voorstelde toen hij zich bewust werd van de rol van Columbus bij de ontdekkingen, was zijn oorspronkelijke suggestie te populair geworden. Amerika bleef de algemene benaming voor de nieuwe continenten, en Waldseemüller behield de bijnaam “de peetvader van Amerika.”
Ook in 1507 publiceerde Waldseemüller een ander werk dat van enorme invloed zou zijn op de latere cartografie, zijn grote wereldkaart. Deze houtgesneden kaart, gegraveerd op 12 blokken, werd een van de vroegste voorbeelden van de humanistische belangstelling voor de cartografie van de Nieuwe Wereld. In hetzelfde jaar construeerde Waldseemüller ook een globe. Gedurende de volgende 30 jaar waren dit de standaarduitvoeringen van hun soort. In 1511 maakte Waldseemüller een grootschalige kaart van Europa en in 1513 maakte hij nieuwe kaarten voor de grote Strassburgse uitgave van de werken van Ptolemaeus.
J. H. Parry karakteriseerde Waldseemüller’s werk als volgt: hij was “een belangrijke overgangsfiguur in de geschiedenis van de cartografie. Hij was geen oorspronkelijke wetenschapper, maar een encyclopedisch en intelligent vertolker. Zijn kaarten, zijn globe en zijn Cosmographiae introductio vormen een indrukwekkend geheel van oude en nieuwe geografie dat tot op zekere hoogte vooruitliep op het even populaire en nog vruchtbaardere werk van Mercator.” Waldseemüller was ook een voorbeeld van een intellectueel type wiens werk in de 16e en 17e eeuw zou bijdragen aan de popularisering van het aanzienlijke corpus van kennis over de wereld en de mens dat moest worden verspreid, geabsorbeerd en gebruikt door een steeds groter publiek.