Luis Jimenez, beeldhouwer, overlijdt bij ongeval op 65-jarige leeftijd
Het Smithsonian Institution in Washington, D.C., eerde de heer Jimenez’s beeldhouwwerk “Man in brand” in 1979, toen het deel ging uitmaken van het Smithsonian’s National Museum of American Art. Het werk, misschien wel zijn bekendste, stelt een man in vlammen voor en is gebaseerd op de Azteekse keizer Cuauhtémoc, die levend werd verbrand door Spaanse veroveraars. Een afgietsel van een ander beeldhouwwerk van hem, “Vaquero”, dat een ruiter te paard toont op een glinsterend, metaalblauw paard, staat buiten het museum.
De heer Jimenez werd in 1940 in El Paso geboren. Zijn vader was eigenaar van een electrische bordenwinkel, waardoor Luis in aanraking kwam met verfspuiten en lassen. Hij verhuisde in 1966 naar New York, keerde in het begin van de jaren 1970 terug naar New Mexico en vond succes – en controverse – als beeldhouwer van objecten in de open lucht, die prominent aanwezig zijn in Albuquerque, o.a. aan de Universiteit van New Mexico, in de wijk Martineztown en in het National Hispanic Cultural Center.
Jimenez trok grote aandacht, positief en negatief, in 1983, toen buren in de wijk Old Town in Albuquerque bezwaar maakten tegen een beeldhouwwerk dat een Indiaan afbeeldde die een stervende vrouw streelde, en zeiden dat het op een verkrachting leek. Meer recentelijk voltooide Mr. Jimenez een beeld van brandweerlieden voor de stad Cleveland, en legde hij de laatste hand aan het beeld van Denver International Airport, zei Mr. Moore.
“Op het hoogtepunt van het minimalisme in de jaren zestig, koos hij ervoor om iets te doen dat niet in de mode was,” zei Mr. Moore. “Zijn werk droeg bij aan de opkomst van Pop Art, maar het was meer een bereidheid om iets te doen dat op het eerste gezicht zo openlijk betekenisvol was.”
De gouverneur van Nieuw-Mexico, Bill Richardson, heeft bevolen om vandaag en vrijdag de vlaggen in de hele staat halfstok te laten wapperen.