Ligonier Ministries The teaching fellowship of R.C. Sproul

jan 11, 2022
admin

“Door het geloof zegende Jakob, toen hij stervende was, elk van de zonen van Jozef, terwijl hij zich in aanbidding boog over het hoofd van zijn staf” (Heb. 11:21).

– Hebreeën 11:21

Gisteren onderzochten we Hebreeën 11:20 en zagen we hoe Izaäk door geloof zijn twee zonen zegende aan het eind van zijn leven. Dit bewijs van geloof toont aan dat zij met een waar volhardend geloof Gods beloften zullen vasthouden, zelfs als zij sterven voordat ze allemaal volledig gerealiseerd zijn.

In de passage van vandaag lezen we een ander voorbeeld van geloof, ontleend aan de laatste dagen van een oude verbondsheilige. Deze keer is ons model Jakob die, toen hij stervende was, elk van de zonen van Jozef zegende terwijl hij “in aanbidding boog over het hoofd van zijn staf” (v. 21).

Dit vers gaat over het boek Genesis en het verhaal van Jakob die zijn twee kleinzonen, Efraïm en Manasse, zegent. We lezen in Genesis 48:8-16 dat Jozef, tegen het einde van Jakobs leven, zijn twee zonen naar hun grootvader bracht. Manasse, de oudste, werd aan de rechterhand van Jakob geplaatst om, zoals gebruikelijk was, de betere zegen te ontvangen. Efraïm werd aan de linkerhand van Jakob geplaatst. Maar in plaats van Efraïm met zijn linkerhand te zegenen en Manasse met zijn rechter, kruiste Jakob zijn armen en gaf Efraïm de betere zegen.

In vers 17 zien we dat Jozef boos werd op zijn vader omdat hij de gewoonte had geschonden om de oudere zoon de betere zegen te geven. Het was niet de gewoonte dat het jongere kind de betere zegen zou krijgen. Maar hoewel deze handeling niet de gebruikelijke gewoonte van die tijd was, is het geven van de betere zegen aan degene die de mensen niet zouden kiezen om te zegenen, de standaardpraktijk van God. Was Jakob immers niet de jongste zoon die verkozen werd boven zijn oudere broer Esau (Mal. 1:2-3)? En, wat nog verbazingwekkender is, kwam de Messias en Heer van het universum niet in de gedaante van een arme timmermanszoon (Matt. 13:55)?

Echt volhardend geloof weet dat God vaak de minste zal kiezen om het grootste te doen. Bovendien zinspeelt Hebreeën 11:21 niet alleen op dit feit, maar vertelt ons ook dat zelfs aan het einde van het leven, zij met een waar geloof God blijven aanbidden. Want Jakob zegende niet alleen zijn kleinzonen, hij boog zich ook “in aanbidding over het hoofd van zijn staf.” Deze aanbidding aan het eind van Jakobs leven weerspiegelt zijn eigen reis, die, hoewel hij aanvankelijk een charlatan was, gekenmerkt werd door een houding van aanbidding. John Owen becommentarieert dit vers door te zeggen dat Jakob zich tot God terugtrok “erkennend zijn barmhartigheid en vragend om meer genade,” omdat “dit inderdaad de manier is waarop de heiligen handelen als zij sterven.”

Coram Deo

Het ware volhardende geloof manifesteert zich in een houding van aanbidding door alle seizoenen van het leven heen. Hoewel de exacte manifestatie van deze aanbidding kan verschillen afhankelijk van onze omstandigheden, manifesteert volhardend geloof altijd zijn vertrouwen in aanbidding. Zoek in uw dag naar manieren waarop u God kunt aanbidden.

Passages voor verdere studie

Gen. 47
Rom. 12:1-2
1 Kor. 1:26-29
Ef. 2:11-13

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.