Leven voorbij de aarde – De bewoonbare zone – Europa
Ontdekking:
Europa werd op 7 januari 1610 ontdekt door Galileo Galilei.
Ontdekking:
De eerste missies van ruimtevaartuigen naar Jupiter begonnen in de jaren zeventig met Pioneer 10 en Pioneer 11, die werden gestuurd om Jupiter en zijn manenstelsel te fotograferen. Wetenschappers wisten niet zeker of de Pioneer-ruimtevaartuigen de reis zouden overleven, maar de succesvolle missies leverden beelden op van Jupiter en zijn satellieten, waaronder enkele donkere en wazige foto’s van Europa. Enkele jaren later kwam Europa in beeld toen de tweeling-Voyager in 1979 beelden maakte van een lichtgele bol, bedekt met een dikke laag gebarsten ijs. Verbeterde technologie aan boord van het Galileo-ruimtevaartuig gaf ons een beter zicht op Europa, en close-up beelden toonden aan dat Europa’s enorme spleten in zekere zin werden “gerepareerd” door een opwaartse stroom van nieuw materiaal van onder het oppervlak.
Omvang:
Van de 16 bekende satellieten van Jupiter is Europa de zesde en de op drie na grootste, iets kleiner dan de maan van de aarde.
Orbit:
Europa draait in een baan om Jupiter op een afstand van ongeveer 671.000 kilometer. Door de sterke duw- en trekkrachten van de zwaartekracht is de baan van Europa uitzonderlijk langwerpig. Deze overdreven ellips wordt veroorzaakt door een uniek verschijnsel tussen Europa en zijn naburige satellieten Io en Ganymedes. Met bijna klokresponsie maakt Europa één rondje om Jupiter, terwijl Europa’s binnenste buurman Io twee rondjes om Jupiter maakt. Voor elke twee rondjes die Europa om Jupiter maakt, maakt Europa’s buitenste buurman Ganymedes slechts één rondje. Dit baanfenomeen heet Laplaceresonantie, en veroorzaakt een tegengestelde zwaartekracht die Europa’s baan beïnvloedt.