KOREA.NET
Tijdens de koloniale periode plunderden de Japanners de rijkdommen van Joseon, verboden het gebruik van de Koreaanse taal – en gingen in 1939 zelfs zo ver dat ze de Koreanen verplichtten hun achternamen en voornamen in Japanse stijl te veranderen in het kader van de “Name Order” – en ze ronselden Koreanen af als werkkrachten of als geüniformeerde soldaten in de oorlog in de Pacific. De Koreanen voerden een hardnekkige strijd om hun onafhankelijkheid te herwinnen. Zij organiseerden talrijke clandestiene organisaties om de Japanners in het land te bestrijden, zoals de Joseon National Sovereignty Restoration Group en het Korea Liberation Corps. Zij richtten ook vooruitgeschoven bases op voor de onafhankelijkheidsbeweging in China, Rusland en de Verenigde Staten en leidden ongekend vreedzame demonstraties. In maart 1919 kondigden Koreaanse leiders de Onafhankelijkheidsverklaring aan. Studenten en gewone mensen hielden straatdemonstraties in het hele land onder het motto: “Lang Leve de Koreaanse Onafhankelijkheid!” De beweging verspreidde zich naar de Koreanen die zich verzetten in Mantsjoerije, de Maritieme Provincies van Siberië, de Verenigde Staten, Europa, en zelfs naar Japan. Na de Beweging van 1 maart werden organisaties van Koreanen opgericht in Seoel, de Maritieme Provincie van Siberië en Shanghai. De Voorlopige Regering van de Republiek Korea, die in Sjanghai (China) werd opgericht, is de eerste democratische republikeinse regering van het land; zij was uitgerust met een moderne grondwet en een politiek systeem waarin de drie fundamentele regeringssectoren (uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht) van elkaar gescheiden waren.
Leiders van de Voorlopige Regering van de Republiek Korea
De leiders van de Koreaanse Voorlopige Regering (KPG), officieel opgericht als de Voorlopige Regering van de Republiek Korea in april 1919 in Shanghai, die een centrale rol speelde in de onafhankelijkheidsbewegingen van april 1919 tot de bevrijding van het land in augustus 1945.
Koreanen voerden ook een gewapende strijd tegen de Japanners. In de jaren 1920 waren meer dan 30 eenheden van het Koreaanse onafhankelijkheidsleger betrokken bij verzetsactiviteiten in Mantsjoerije en de Maritieme Provincies van Siberië. In juni 1920 bijvoorbeeld vond in Fengwutung, provincie Jilin, China, de Slag bij Fengwudong plaats, een veldslag tussen Japanse strijdkrachten en Koreaanse onafhankelijkheidsmilities onder leiding van Hong Beom-do, die tot een grote overwinning leidde. Een andere is de Slag bij Qingshanli, die in oktober 1920 gedurende zes dagen werd uitgevochten tussen het Keizerlijk Japanse Leger en het Leger van het Noordelijk Militair Bestuursbureau onder leiding van Kim Jwa-jin samen met andere gewapende Koreaanse groepen. Zij behaalden een grote overwinning op de Japanse troepen in Helongxian, Mantsjoerije.
In 1940 organiseerde de Voorlopige Regering van de Republiek Korea (PGK) het Koreaanse Bevrijdingsleger in Chungqing, waarin vele verspreide vrijwillige onafhankelijkheidslegers en milities in Mantsjoerije werden geïntegreerd. De PGK verklaarde Japan de oorlog en stuurde troepen naar de frontlinies in India en Myanmar om aan de zijde van de Geallieerden te vechten. Sommige jonge Koreanen kregen een speciale opleiding van een speciale militaire eenheid van de Verenigde Staten om zich beter uit te rusten om de Japanse strijdkrachten in Korea aan te vallen. Op 15 augustus 1945 kregen de Koreanen eindelijk waar ze zo lang naar hadden uitgekeken: de bevrijding van het land als gevolg van de overgave van Japan in de Pacifische Oorlog. Amerikaanse en Sovjettroepen werden respectievelijk ten zuiden en ten noorden van de 38e breedtegraad ingezet om de Japanse troepen die op het Koreaanse schiereiland waren achtergebleven te ontwapenen.