Karma
Bijbelverzen over karma
Veel mensen vragen is karma bijbels en het antwoord is nee. Karma is een Hindoeïsme en Boeddhisme geloof dat zegt dat je daden bepalen het goede en het slechte dat je overkomt in dit leven en in het hiernamaals. Karma wordt geassocieerd met reïncarnatie, wat in feite betekent dat wat je vandaag doet, je volgende leven zal bepalen.
Quotes
- “Met Karma krijg je wat je verdient. In het Christendom kreeg Jezus wat je verdient.”
- “Genade is het tegenovergestelde van Karma.”
Je zult in de Bijbel niets vinden dat met karma in verband wordt gebracht. Maar de Bijbel spreekt wel veel over oogsten en zaaien. Oogsten is het resultaat van wat we hebben gezaaid. Oogsten kan iets goeds of iets slechts zijn.
1. Galaten 6:9-10 En laat ons niet vermoeid worden in het goede, want te zijner tijd zullen wij oogsten, indien wij niet treuzelen. Zo wij dan gelegenheid hebben, laten wij goed doen aan alle mensen, inzonderheid aan hen, die tot de huisgezinnen des geloofs behoren.
2. Jakobus 3:18 En een oogst van gerechtigheid wordt geoogst uit het zaad des vredes, door vredestichters geplant.
3. 2 Korintiërs 5:9-10 Daarom hebben wij ook als ons streven, hetzij thuis of afwezig, Hem welgevallig te zijn. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, opdat een ieder naar zijn daden in het lichaam zal worden beloond, hetzij goed, hetzij kwaad. Galaten 6:7 Laat u niet misleiden: Met God wordt niet gespot, want wat iemand zaait, dat zal hij ook oogsten.
Onze daden jegens anderen hebben wel degelijk invloed op ons.
5. Job 4:8 Gelijk ik gezien heb, die ongerechtigheid ploegt en moeite zaait, zal hetzelfde oogsten.
6. Spreuken 11:27 Wie het goede zoekt, vindt gunst, maar het kwade komt tot hem, die het zoekt.
7. Psalm 7:16 De moeite, die zij veroorzaken, kaatst op hen terug; hun geweld komt op hun eigen hoofd neer.
8. Mattheüs 26:52 Toen zeide Jezus tot hem: Hef uw zwaard weder op zijn plaats; want allen, die het zwaard opnemen, zullen door het zwaard omkomen.
Karma heeft te maken met reïncarnatie en Hindoeïsme. Beide zaken zijn onbijbels. De Schrift maakt duidelijk dat zij die hun vertrouwen alleen op Christus stellen, het eeuwige leven in de hemel zullen beërven. Zij die Christus verwerpen zullen de eeuwige straf in de hel ondergaan.
9. Hebreeën 9:27 En gelijk ieder mens bestemd is eenmaal te sterven en daarna het oordeel komt,
10. Mattheüs 25:46 “En zij zullen heengaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen zullen heengaan in het eeuwige leven.”
11. Johannes 3:36 “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon verwerpt, zal het leven niet zien, want Gods toorn blijft op hem rusten.”
12. Johannes 3:16-18 “Want God had de wereld lief op deze wijze: Hij gaf Zijn enige Zoon, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Een ieder die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar een ieder die niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de naam van de enige Zoon van God.
Karma zegt dat je niet op Christus moet vertrouwen. Je moet goed doen, maar de Schrift zegt dat niemand goed is. We zijn allemaal tekort geschoten. De zonde scheidt ons van God en wij allen verdienen de hel omdat wij voor een heilig God hebben gezondigd.
13. Romeinen 3:23 want allen hebben gezondigd en komen te kort aan de heerlijkheid van God.
14. Prediker 7:20 Inderdaad, er is niemand op aarde die rechtvaardig is, niemand die doet wat goed is en nooit zondigt.
15. Jesaja 59:2 Maar uw ongerechtigheden hebben u van uw God gescheiden; uw zonden hebben zijn aangezicht voor u verborgen, zodat Hij niet hoort.
16. Spreuken 20:9 Wie kan zeggen: “Ik heb mijn hart rein bewaard; ik ben rein en zonder zonde”?
Karma komt niet van het zondeprobleem af. God kan ons niet vergeven. God maakte een weg voor ons om met Hem verzoend te worden. Vergeving is alleen te vinden in het kruis van Jezus Christus, die God in het vlees is. We moeten ons bekeren en ons vertrouwen op Hem stellen.
17. Hebreeën 9:28 Alzo is Christus eenmaal geofferd, om de zonden van velen weg te nemen; en Hij zal een tweede maal verschijnen, niet om de zonde te dragen, maar om zaligheid te brengen aan degenen, die op Hem wachten.
18. Jesaja 53:5 Maar om onze overtredingen is Hij doorboord, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons vrede brengt, is op Hem geweest, en door Zijn striemen zijn wij genezen.
19. Romeinen 6:23 Want het loon der zonde is de dood, maar de gave Gods is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.
20. Romeinen 5:21, opdat, gelijk de zonde den dood heeft teweeggebracht, alzo ook de genade zou heersen door de gerechtigheid, om eeuwig leven te geven door Jezus Christus, onzen Heere.
21. Hebreeën 9:22 In feite eist de wet dat bijna alles met bloed gereinigd moet worden, en zonder het vergieten van bloed is er geen vergeving.
Karma is een demonische leer. Uw goede kan nooit opwegen tegen het slechte. Je hebt gezondigd voor een heilige God en al je goede werken zijn als vuile vodden. Het is alsof je de rechter probeert om te kopen.
22. Jesaja 64:6 Maar wij allen zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden zijn als vuile vodden; en wij allen verbleken als een blad, en onze ongerechtigheden hebben ons, als de wind, weggevoerd.
23. Efeziërs 2:8-9 Want gij zijt behouden uit genade, door het geloof, en dit niet uit uzelf; het is Gods gave, niet uit werken, opdat niemand roeme.
Door te vertrouwen op het werk van Christus aan het kruis worden wij nieuw gemaakt met nieuwe verlangens om God te gehoorzamen. Niet omdat het ons redt, maar omdat Hij ons gered heeft. Redding is een werk van God, niet van de mens.
24. 2 Korintiërs 5:17-20 Daarom, indien iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, en zie, het nieuwe is gekomen. Alles is van God, die ons door Christus met Zichzelf verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft: Dat wil zeggen, in Christus was God de wereld met Zichzelf aan het verzoenen, hun schuld niet tegen hen rekenende, en Hij heeft de boodschap van de verzoening aan ons opgedragen. Daarom zijn wij gezanten van Christus, zeker van het feit dat God door ons een beroep doet. Wij pleiten namens Christus: “Laat u met God verzoenen.”
25. Romeinen 6:4 Wij zijn dus met Hem begraven door de doop in de dood, opdat ook wij, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de heerlijkheid des Vaders, een nieuw leven zouden leiden.