Het eerste type regering in Amerika was voornamelijk gebaseerd op staatsbestuur. Vóór de ondertekening van de grondwet bestond Amerika uit dertien koloniën, die door Engeland werden bestuurd. Na de Revolutionaire Oorlog regeerden deze kolonies in principe zichzelf. Zij vreesden een sterke centrale regering zoals die welke zij onder het Engelse bewind hadden. Men ontdekte echter al snel dat deze zwakke vorm van staatsbestuur niet kon overleven en zo werd de Grondwet opgesteld. De grondwet:

• definieert de macht van de federale regering
• definieert de relatie tussen de federale regering en de afzonderlijke regeringen van de staten
• de rechten van de burgers van de Verenigde Staten

Deze keer werd besloten dat er een regeringsstelsel op basis van federalisme zou worden ingesteld. In deze regeringsvorm wordt de macht verdeeld tussen de federale en de (lokale) deelstaatregeringen. Het tegenovergestelde van dit regeringssysteem is een gecentraliseerde regering, zoals in Frankrijk en Groot-Brittannië, waar de nationale regering alle macht in handen heeft.

Het delen van de macht tussen de federale regering en de deelstaatregeringen stelt ons in staat te genieten van de voordelen van diversiteit en eenheid. De federale regering kan bijvoorbeeld een uniform monetair (geld) systeem instellen. Kunt u zich voorstellen dat elke staat verschillende soorten munten heeft, elk met een andere waarde? U zou een rekenmachine moeten meenemen om in een andere staat te gaan winkelen. Door een nationaal beleid in te stellen, is het systeem eerlijk voor iedereen, en hoeven de staten niet de verantwoordelijkheid op zich te nemen om hun munteenheid (geld) te reguleren.