Deel dit onderwerp:00

Er zijn bepaalde omgangsvormen en etiquetten die een moslim volgt bij het uitvoeren van zijn/haar zaken in de samenleving. Hieronder volgen enkele voorbeelden:

Wanneer twee moslims elkaar ontmoeten, begroeten zij elkaar door te zeggen “Assalamo Alaikum” wat “vrede zij met u” betekent, en “Wa alaikum us-salam” en “op jullie zij vrede”.

Wanneer moslims een activiteit ondernemen, beginnen zij deze altijd met de naam van God, door te zeggen “Bismillahir Rahmanir Raheem” wat betekent “In de naam van Allah, de meest Barmhartige, de altijd Genadevolle”.

Wanneer moslims een activiteit beëindigen, zoals het eten van iemands maaltijd, zeggen zij “Alhamdulillah” wat betekent “Alle volmaakte lof behoort aan Allah”. Deze zinsnede wordt bij vele andere gelegenheden gezegd wanneer men God dank betuigt.

Wanneer een moslim spreekt over het uitvoeren van een bepaalde activiteit in de toekomst, voegt hij altijd de zinsnede “Insha’Allah” toe, wat betekent “Als Allah het wil”.

Wanneer een moslim een gunst of een geschenk ontvangt, bedankt hij de persoon door te zeggen “Jazak’Allah Khayrun of Jazakumullah” wat betekent “moge Allah je de beste beloning geven”.

Wanneer een moslim droevig nieuws hoort, in het bijzonder van iemand die overlijdt, zegt hij “Inna lillahi wa inna ilaihi Rajioon” wat betekent “wij behoren tot Allah, en tot Hem zullen wij terugkeren”.

Wanneer een persoon niest, zegt hij “Alhamdulillah” wat betekent “Alle volmaakte lof behoort aan Allah”; de andere persoon die hem hoort niezen, zegt “Yar hamo kumullah” wat betekent “moge Allah je genadig zijn”; waarop de vorige persoon antwoordt “Yahdeekomullah” wat betekent “moge Allah je leiden”.

Wanneer een moslim het huis van een ander wil binnengaan, groet hij eerst de bewoners en vraagt dan om toestemming om binnen te gaan. Het is verboden om iemands huis binnen te gaan zonder zijn toestemming of medeweten. Men moet tot driemaal toe kloppen/bellen om toestemming te vragen om binnen te komen, als er na de derde keer nog steeds geen reactie is, dan moet men zich afwenden, zelfs als men weet dat er iemand binnen zou kunnen zijn (zij zijn misschien niet in staat of willen u niet ontmoeten).

Een moslim spreekt geen kwaad tegen iemand, vooral niet achter zijn rug. Dit kwaadspreken is niet alleen onbeleefd, maar ook laf. Indien er een oprechte klacht tegen iemand bestaat, dient deze allereerst onder de aandacht van die persoon zelf gebracht te worden.