Invloed van voeding op tumoren van hormonale weefsels
Ongeveer 20% van alle sterfgevallen in de Verenigde Staten is te wijten aan kanker. Kanker van de hormonale weefsels zoals borst, baarmoeder, eierstok bij vrouwen en prostaat bij mannen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 8% en 5% van de totale sterfte en 30% en 11% van de sterfte aan kanker bij vrouwen en mannen, respectievelijk. De voeding wordt beschouwd als een belangrijke milieufactor die bijdraagt tot kanker van hormonale weefsels. Borst-, baarmoeder- en eierstokkanker bij vrouwen en prostaatkanker bij mannen werden positief gecorreleerd met een hoge vetconsumptie, een hoog lichaamsgewicht (body mass), lichaamsvet en zwaarlijvigheid. Een belangrijk mechanisme voor de ontwikkeling van deze kankers lijkt te worden bemiddeld door verhoogde niveaus van hormonen, met name oestrogenen. Vetweefsel wordt beschouwd als een van de belangrijkste bronnen van extraglandulair oestrogeen, dat wordt geproduceerd door aromatisering van androgeenprecursors. Gewichtsvermindering verlaagt de oestrogeenspiegel, mogelijk door een afname van het lichaamsvet, en verlaagt zo het risico op kanker van de hormonale weefsels. Voedingsvezels kunnen het risico op deze kankers wijzigen door invloed uit te oefenen op het metabolisme, de recirculatie en de uitscheiding van oestrogenen. Vitamine A en zijn precursoren kunnen het risico op prostaatkanker verminderen. Een tekort aan jodium kan het risico op schildkliergezwellen bij mensen en proefdieren verhogen. Tumoren van de hormonale weefsels zijn de meest voorkomende tumoren bij laboratoriumknaagdieren, vooral ratten en muizen. De incidentie van borst- en voorste hypofysetumoren vertoonde een significante en positieve correlatie met het lichaamsgewicht bij ratten en muizen. Verlaging van het lichaamsgewicht door een verminderde calorie-inname of op andere wijze (b.v. lichaamsbeweging, verhoogd vezelverbruik) verlaagde de incidentie van deze tumoren bij laboratoriumknaagdieren aanzienlijk. Laboratoriumonderzoek wees uit dat het aantal borsttumoren bij ratten mogelijk niet afhangt van de hoeveelheid vet die per dag wordt geconsumeerd. Het borsttumorbevorderende effect van vet kan het gevolg zijn van complexe interacties waarbij energie-inname en energie-retentie (lichaamsmassa) een rol spelen en die worden bemiddeld door paracriene, endocriene en neurohormonale mechanismen. Eiwitten in de voeding kunnen chemisch geïnduceerde tumoren beïnvloeden door het metabolisme van chemicaliën te beïnvloeden via enzyminductie. Omgevingsfactoren zoals voeding worden dus beschouwd als belangrijke factoren voor tumoren van hormonale weefsels zoals borst, baarmoeder en eierstok bij vrouwen en prostaat bij mannen. Dieet en daarmee samenhangend lichaamsgewicht worden beschouwd als de belangrijkste factoren voor tumoren van hormonale weefsels zoals de borstklier en de hypofyse bij knaagdieren, vooral ratten. Wijziging van het dieet en vermindering van de calorie-inname kunnen de incidentie van tumoren van hormonale weefsels bij de mens en bij proefdieren aanzienlijk verminderen of de ontwikkeling ervan vertragen.