Internet History Sourcebooks Project

okt 23, 2021
admin

Medieval Sourcebook:
Leo I:
De Petrine

SERMON III. Op Zijn Verjaardag, III: Afgeleverd op de verjaardag van zijn verheffing tot het pontificaat.

II. Van Christus en door Petrus is het priesterschap in eeuwigheid doorgegeven.

Hoewel wij dus, geliefden, zwak en lui zijn in het vervullen van de plichten van ons ambt, omdat wij, hoe toegewijd en krachtig wij ook willen handelen, gehinderd worden door de broosheid van onze eigen toestand; Maar omdat wij de onophoudelijke verzoening hebben van de Almachtige en eeuwige Priester, die gelijk is aan ons en toch gelijk aan de Vader, Zijn Godheid heeft teruggebracht tot de menselijke dingen en Zijn Menselijkheid heeft verheven tot de Goddelijke dingen, verheugen wij ons waardig en vroom over Zijn beschikking, waarbij Hij, hoewel Hij de zorg voor Zijn schapen aan vele herders heeft gedelegeerd, toch Zelf de bewaking van Zijn geliefde kudde niet in de steek heeft gelaten. En van Zijn overheersende en eeuwige bescherming hebben wij ook de steun ontvangen van de hulp van de apostelen, die zeker niet ophoudt van haar werking; en de sterkte van het fundament, waarop de hele bovenbouw van de Kerk is gebouwd, wordt niet verzwakt(1) door het gewicht van de tempel die erop rust. Want de vastheid van het geloof, dat in de voornaamste der apostelen werd geprezen, is eeuwigdurend; en gelijk het blijft, wat Petrus in Christus geloofde, alzo blijft het, wat Christus in Petrus heeft ingesteld. Want toen, zoals in de Evangelieles(2) is gelezen, de HERE aan de discipelen had gevraagd wie zij geloofden dat Hij was te midden van de verschillende meningen die er leefden, en de gezegende Petrus slecht antwoordde, zeggende: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende GOD”, zei de HERE: “Gezegend zijt gij, Simon Bar-Jona, want vlees en vloed hebben het u niet geopenbaard, maar Mijn Vader, die in de hemelen is. En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de Hades zullen haar niet overweldigen. En Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen. En wat gij op aarde binden zult, zal ook in de hemel gebonden zijn; en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ook in de hemel ontbonden zijn.”

III. Het werk van Petrus wordt nog steeds door zijn opvolgers verricht.

De bedeling van de Waarheid blijft dus, en de gezegende Petrus, volhardend in de kracht van de Rots, die hij ontvangen heeft, heeft het roer van de Kerk, dat hij op zich genomen heeft, niet verlaten. Want hij is vóór de anderen zo gewijd, dat wij uit het feit dat hij de Rots genoemd wordt, uit het feit dat hij het Fundament genoemd wordt, uit het feit dat hij de Deurwachter van het Koninkrijk der hemelen is, uit het feit dat hij is aangesteld als de scheidsrechter om te binden en los te laten, wiens vonnissen hun geldigheid in de hemel behouden, uit al deze mystieke titels de aard van zijn vereniging met Christus zouden kunnen kennen. En nog heden ten dage voert hij vollediger en doeltreffender uit wat hem is toevertrouwd, en volbrengt elk deel van zijn plicht en last in Hem en met Hem, door Wie Hij is verheerlijkt. En zo, als iets door ons juist gedaan en juist verordend wordt, als iets door onze dagelijkse smeekbeden uit de barmhartigheid van GOD gewonnen wordt, dan is het uit zijn werk en verdiensten, wiens macht leeft en wiens gezag heerst in zijn Zie. Want dit, geliefden, werd gewonnen door die belijdenis, die, in het hart van de Apostel door GOD de Vader ingegeven, alle onzekerheid van menselijke meningen te boven ging, en met de vastheid van een rots was toegerust, die geen aanvallen kon doen wankelen. Want in de gehele Kerk zegt Petrus dagelijks: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende GOD”, en iedere tong die de HERE belijdt, aanvaardt de onderwijzing die zijn stem overbrengt. Dit geloof overwint de duivel en verbreekt de banden van zijn gevangenen. Het ontwortelt ons van deze aarde en plant ons in de hemel, en de poorten van de Hades kunnen er niet tegen op. Want met zulk een vastheid is het door GOD begiftigd, dat de verdorvenheid van de ketters het niet kan ontsieren, noch het ongeloof van de heidenen het kan overwinnen.

trans. C.L. Feltoe, in Sermons of Leo The Great , in Library of Nicene and Post Nicene Fathers, 2nd Series, Vol. XII, (New York: 1895) , p. 117

Deze tekst is onderdeel van het Internet Medieval Source Book. Het Sourcebook is een verzameling van public domain en copy-permited teksten met betrekking tot middeleeuwse en Byzantijnse geschiedenis.

Tenzij anders aangegeven is de specifieke elektronische vorm van het document auteursrechtelijk beschermd. Toestemming wordt verleend voor het elektronisch kopiëren, de distributie in gedrukte vorm voor educatieve doeleinden en persoonlijk gebruik. Indien u het document toch vermenigvuldigt, vermeld dan de bron. Er wordt geen toestemming verleend voor commercieel gebruik.

(c)Paul Halsall Feb 1996
[email protected]

Het Internet History Sourcebooks Project is gevestigd aan de afdeling Geschiedenis van de Fordham Universiteit, New York. Het Internet Medieval Sourcebook, en andere middeleeuwse componenten van het project, zijn ondergebracht bij het Fordham University Center for Medieval Studies. Het IHSP erkent de bijdrage van Fordham University, de Fordham University History Department, en het Fordham Center for Medieval Studies in het beschikbaar stellen van webruimte en server-ondersteuning voor het project. Het IHSP is een project dat onafhankelijk is van Fordham University. Hoewel het IHSP ernaar streeft alle van toepassing zijnde auteursrechtwetgeving te volgen, is Fordham University niet de institutionele eigenaar, en is niet aansprakelijk als gevolg van enige juridische actie.
© Site Concept and Design: Paul Halsall 26 januari 1996 gecreëerd: laatste revisie 20 januari 2021

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.