Humane pathogenen op planten: het ontwerpen van een multidisciplinaire strategie voor onderzoek
Recente inspanningen om de bezorgdheid over microbiële besmetting van voedselplanten en daaruit voortvloeiende door voedsel overgedragen ziekten aan te pakken, hebben geleid tot nieuwe samenwerking en interacties tussen de wetenschappelijke gemeenschappen van plantpathologie en voedselveiligheid. Dit artikel biedt perspectieven van wetenschappers uit beide disciplines en presenteert geselecteerde onderzoeksresultaten en concepten die bestaande en mogelijke toekomstige synergismen benadrukken voor het publiek van beide disciplines. Plantenpathologie is een complexe discipline die de studie omvat van de verspreiding, kolonisatie en infectie van planten door microben zoals bacteriën, virussen, schimmels en oomyceten. Plantenziektekundigen bestuderen plantenziekten, de afweerreacties van de gastheerplant en strategieën voor ziektebeheer, met als doel het optreden en de gevolgen van ziekten tot een minimum te beperken. Herhaalde uitbraken van menselijke ziekten die werden toegeschreven aan de besmetting van verse producten, noten en zaden, en andere van planten afgeleide voedingsmiddelen door menselijke enterische pathogenen zoals Shiga toxine-producerende Escherichia coli en Salmonella spp. hebben sommige plantenpathologen ertoe aangezet om de toepassing van hun wetenschap in de afgelopen twee decennia uit te breiden, om problemen van menselijke pathogenen op planten (HPOP’s) aan te pakken. De levensmiddelenmicrobiologie, die begon met de studie van microben die levensmiddelen bederven en van microben die van cruciaal belang zijn voor de voedselproductie, richt zich nu ook op de studie van de manier waarop levensmiddelen besmet raken met pathogenen en hoe dit kan worden beheerst of voorkomen. Tegelijkertijd zijn onderzoekers op het gebied van de volksgezondheid en voedselmicrobiologen zich meer gaan bezighouden met interacties tussen planten en microben voor en na de oogst. Er ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden tussen leden van de plantenziektekundige en de voedselveiligheidsgemeenschap, wat leidt tot een grotere onderzoekscapaciteit en een beter begrip van de problemen waarvoor onderzoek nodig is. De twee gemeenschappen gebruiken enigszins verschillende vocabulaires en conceptuele modellen. Zo kunnen traditionele concepten uit de plantenpathologie, zoals de ziektedriehoek en de ziektecyclus, helpen bij het definiëren van transversale kwesties die ook van belang zijn voor HPOP-onderzoek, en kunnen zij logische strategieën voorstellen om het risico van microbiële besmetting tot een minimum te beperken. Voortdurende interacties en communicatie tussen deze twee disciplinaire gemeenschappen is van essentieel belang en kan worden bereikt door de oprichting van een interdisciplinair netwerk voor de coördinatie van onderzoek. Wij hopen dat dit artikel, een inleiding in de multidisciplinaire HPOP-arena, nuttig zal zijn voor onderzoekers op vele verwante gebieden.