Uitvinden hoe je paaseieren moet schilderen kan voor beginners een beetje lastig zijn. Ik heb een lijst met tips en trucs samengesteld die je zullen helpen bij dit leuke paasknutsel!

Hoe paaseieren schilderen – gereedschap en materialen

Het juiste gereedschap gebruiken is de sleutel tot het beste resultaat! Schilderen is ZO veel makkelijker als je de juiste kwast gebruikt. Dit zijn enkele van de gereedschappen die ik gebruik:

bamboe spiesjes (hier verkrijgbaar*) om het beschilderde ei vast te houden en te drogen

zwarte fineliner (hier verkrijgbaar*) – makkelijkste manier om fijne lijntjes of details te tekenen. Het moet watervast zijn!

potlood – om een patroon of raster te schetsen. Kan gemakkelijk worden verwijderd met uw vinger of een beetje water.

wit krijt- of houtskoolpotlood (hier verkrijgbaar*) – om een patroon te schetsen op een donkerdere ondergrond.

zachte platte kwast (hier verkrijgbaar*) – om de basiskleur of grotere vlakken te schilderen.

fijn penseel (hier verkrijgbaar*) – om details en lijnen te schilderen.

verf – acrylverf (hier verkrijgbaar*) werkt heel goed

Tip 1: Voorbereiding

Voordat je kunt beginnen met het schilderen van je paaseieren, moet je ze eerst uitblazen! Er zijn veel nuttige tutorials op het internet, als je niet zeker weet hoe je dit moet doen.

Reinig de eierschaal met wat warm water (en misschien een beetje zeep) en veeg het af met een papieren handdoekje. Het ei moet helemaal droog zijn (ook van binnen) voordat je het gaat beschilderen.

Tip 2: Vasthouden en drogen

Bamboe spiesjes (hier verkrijgbaar*) zijn echt handige hulpmiddelen voor het beschilderen van paaseieren. Je kunt de eieren vasthouden zonder de verf te bevlekken en ze laten drogen zonder je zorgen te maken over vlekken.

Bind er een elastiekje omheen zodat het paasei niet van de spies glijdt.

Tip 3: Flawless basis

Gebruik acrylverf (hier verkrijgbaar*) voor de basislaag. Meng het met een beetje water om het te verdunnen. Het moet gemakkelijk aan te brengen zijn en soepel opgaan. Ik raad een grotere platte kwast met zachte haren aan (hier verkrijgbaar*) om de verf aan te brengen. Als de kwast te stevig is, zal de verf streperig worden.

Plaats het ei op een spies (zie Tip 2) en draai de spies met de elastiek kant naar boven. Schuif het ei een beetje naar beneden en laat het op je vingers rusten. – Net zo dat er een beetje ruimte is tussen het ei en het elastiekje. Begin met het aanbrengen van de verf vanaf de bovenkant in zachte, neerwaartse streken. Concentreer je op de bovenste helft van het ei en stop een beetje voor je vingers. Draai de spies naar beneden en laat het ei op het elastiekje rusten. Nu kun je de basis op de andere helft van het ei afmaken. En dit alles zonder verf op je vingers te krijgen of de verf te bevlekken. 🙂

Laat de paaseieren drogen door de satéprikker in een eierdoos te steken en breng indien nodig nog een laag verf aan.

Tip 4: Rasters en elastiekjes

Het kan moeilijk zijn voor beginners om rechte lijnen op een ei te tekenen, symbolen gelijkmatig te verdelen of de juiste positie voor een tekening te vinden. Maar er zijn een paar eenvoudige trucs om daarbij te helpen.

Een eenvoudig raster helpt je om het gebogen oppervlak van de eierschaal te bedwingen! Ongeacht of ik een naadloos patroon wil maken of gewoon wat symbolen op het ei wil tekenen, begin ik bijna altijd met het ei in delen te verdelen.

Doe een elastiekje om het ei en trek het na met een potlood. Nu heb je twee perfect verdeelde helften! Je kunt meerdere elastiekjes aanbrengen om een raster te maken.

Neem de tijd om het elastiekje recht te trekken en zorg ervoor dat het in het midden zit. Houd het met een vinger naar beneden terwijl je het overtrekt. Eenvoudig en effectief, nietwaar? 🙂

Gebruik bredere elastiekjes om parallelle lijnen te trekken voor randen en boorden.

Het kan heel wat tijd in beslag nemen om het elastiekje recht te trekken. Gebruik er een die niet te strak en niet te breed is. Het moet precies om het ei passen.

Tip 5: Eierdopjestruc

Een ander handig hulpmiddel voor rechte lijnen is een eenvoudig eierdopje. Vooral kinderen vinden dat misschien makkelijker te gebruiken dan de elastiekjesmethode.

Plaats het ei in het kopje en maak het recht. Draai het kopje een paar keer om het ei vanuit elke hoek te bekijken. Gebruik een vinger om het zachtjes naar beneden te duwen en teken met een potlood rond de rand van het kopje.

Tip 6: Lijnen uit de vrije hand

Als je wat meer geoefend bent met schilderen, kun je de elastiekjes weggooien en uit de vrije hand proberen te tekenen.

Start met het vinden van het hoogste en laagste punt van het ei en zet je vingers daar. Trek een lijn van vinger tot vinger. Als je de andere kant doet, zoek dan de eindpunten van de lijn en verbind ze. Zorg ervoor, dat de lijnen netjes aan tegenover elkaar liggende kanten lopen.

Zoek het middelpunt van de lijnen en markeer dat met je potlood. Verbind deze punten over het ei voor een zijlijn. Omdat het ei rond is, kan het moeilijk zijn om in de goede richting te blijven gaan. Ik draai het ei altijd heen en weer om een idee te houden van waar ik heen ga. Als de lijn erg lang is, is het makkelijker om eerst het midden te vinden en van daaruit te tekenen.

Tip 7: Eenvoudig patroon

Als je een basisraster op je ei hebt geschetst, kun je dit gebruiken om naadloze patronen te tekenen of alles gelijkmatig uit te lijnen. Aangezien het ei in gelijke delen is verdeeld, kun je gewoon alle lijnen doorsnijden en de punten verbinden voor een eenvoudig patroon.

Tip 8: Gelijkmatige cirkels

Het tekenen van rechte lijnen op een rond oppervlak kan al moeilijk genoeg zijn, maar een cirkel kan een echte worsteling zijn. Vooral als je er meer dan één wilt doen en ze allemaal even groot moeten zijn.

Met een passer meet je de ruimte af en teken je een cirkel op een stuk papier. Knip de cirkel uit en gebruik deze als sjabloon op het paasei. Houd het plat met een hand en teken het heel lichtjes na met een potlood. Ga dan terug met je potlood en perfectioneer je cirkel. Zo simpel is het! 🙂

Als je het eenmaal onder de knie hebt, zijn zelfs geavanceerde vormen en patronen gemakkelijk te tekenen. Begin altijd met een basisraster en teken eerst de ruwe vorm van het patroon uit. En dan kom je op een punt, waar je dat niet eens meer nodig hebt. 🙂

*Deze blog post bevat affiliate links. U kunt er alles over lezen op mijn openbaarmakingspagina. Link >>