– Eerst en vooral, maak kennis met de bewegingswereld. Volg een cursus inspanningsfysiologie, volksgezondheid of kinesiologie. Leer de lingo van de andere professionals (bijv. personal trainers en inspanningsfysiologen).

– Zoek een supervisor met een inspanningspsychologische achtergrond en zoek een toegepaste inspanningspsychologische stage. Recreatiecentra van universiteiten, plaatselijke sportscholen en YMCA’s zijn allemaal goede plaatsen om te zoeken.

– Lees het onderzoek. Doe dit in het begin voorzichtig. Een van de eerste dingen die studenten in cursussen inspanningspsychologie opvalt, is hoeveel groter de literatuurbasis is binnen het domein van lichaamsbeweging – het kan overweldigend zijn. Begin met een paar stukken uit tijdschriften over sport- en inspanningspsychologie of het onlangs gepubliceerde Oxford Handbook of Exercise Psychology (Acevedo, 2013) voordat je je verbreedt naar andere gezondheidstijdschriften.

– Bekijk een paar presentaties over inspanningspsychologie op de AASP-conferentie van dit jaar (bijv, De Health and Exercise Keynote van Dr. John Ratey belooft zeer verhelderend te zijn), sluit je aan bij een speciale interessegroep voor inspanningspsychologie, of spreek met een lid van het Health and Exercise Psychology Committee.

– Volg tot slot, indien beschikbaar, een cursus inspanningspsychologie. Wacht niet tot je ‘in aanraking komt’ met inspanningspsychologie, zoek het op. Je weet maar nooit, misschien loop je wel verslaafd weg.

Acevedo, E. O. (Ed.). (2012). The oxford handbook of exercise psychology. New York: Oxford University Press.