Grenzen van Denemarken
Zweden en Denemarken-Noorwegen werden afzonderlijke landen bij het uiteenvallen van de Unie van Kalmar in 1523. Tot 1658 behoorden de historische provincies Skåne, Blekinge en Bohuslän (en tot 1645 ook Halland) tot Denemarken, zodat de grens tussen Denemarken en Zweden liep door wat nu Zuid-Zweden is. In 1645 en 1658 werden deze provincies respectievelijk bij het Verdrag van Roskilde aan Zweden afgestaan, waarbij de Øresund als nationale grens werd vastgesteld. De moderne grens tussen Noorwegen en Zweden bleef de grens tussen Denemarken-Noorwegen en Zweden tot het uiteenvallen van Denemarken en Noorwegen in 1814. Krachtens het Verdrag van Kiel behield Denemarken het bezit van Groenland, IJsland en de Faeröer. IJsland werd in 1918 een afzonderlijk koninkrijk in unie met Denemarken, en werd een onafhankelijke republiek in 1944.
De kwestie Sleeswijk-Holstein werd virulent in de context van de Duitse eenwording in de 19e eeuw. Na de Tweede Sleeswijkse Oorlog werd Sleeswijk volgens de bepalingen van het Verdrag van Wenen (1864) aan Pruisen toegewezen, na 1866 als de provincie Sleeswijk-Holstein.Na de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog leidden de volksraadplegingen van februari en maart 1920 tot een verdeling van de Sleeswijkse regio, waarbij de huidige Duits-Deense grens werd vastgesteld.
De hereniging tussen Denemarken en Zuid-Jutland (Noord-Sleeswijk) werd op 9 juli 1920 in Deens recht omgezet. De nieuwe grens met Duitsland werd in de daaropvolgende maanden door een internationale commissie vastgesteld. Een Deens-Duits verdrag van 1922 regelde een aantal kleinere kwesties met betrekking tot het onderhoud van de grens, de visserij in de Flensburg Fjord, kwesties in verband met de dijken met betrekking tot het Vidå-gedeelte van de grens en lokale aangelegenheden met betrekking tot gemeenten aan de nieuwe grens.
Denemarken stond van 1940 tot 1945 onder Duitse bezetting, maar de vooroorlogse grens bleef ongewijzigd.
De Noordse Paspoortunie van 1958 schafte de paspoortcontroles aan de grenzen tussen de Noordse landen af. Douanecontroles bleven echter van kracht tussen Denemarken en andere Noordse landen tot het Schengenacquis van 2001. Met de Europese migrantencrisis voerde Zweden in november 2015 opnieuw strengere grenscontroles in. Sinds 4 januari 2016 verplicht Zweden vervoerders om identiteitscontroles uit te voeren aan de Deense kant van de grens tussen Denemarken en Zweden, terwijl de grenscontroles aan de Zweedse kant blijven bestaan.Als reactie op de Zweedse controle heeft Denemarken ook zijn grenscontroles aan de Duitse grens verscherpt.