Fredrick Merril Jessop v. The State of Texas–Apraal from 51st District Court of Schleicher County (majority)
Download PDF
TEXAS COURT OF APPEALS, THIRD DISTRICT, AT AUSTIN NO. 03-12-00091-CR Fredrick Merril Jessop, appelant tegen de staat Texas, appelerende VAN DE DISTRICT COURT OF SCHLEICHER COUNTY, 51ST JUDICIAL DISTRICT NO. 1016, THE HONORORABLE BARBARA L. WALTHER, JUDGE PRESIDING MEMORANDUM OPINION Appellant Fredrick Merril Jessop is door een jury veroordeeld wegens het verrichten van een bij de wet verboden ceremonie. Zie Tex. Fam. Code Ann. § 2.202(d) (West Supp. 2012). De straf werd vastgesteld op een opsluiting van tien jaar in de Institutional Division van het Texas Department of Criminal Justice. Zie id.; Tex. Penal Code Ann. §12.34 (West 2011). Jessop heeft op 9 februari 2012 een beroepschrift tegen dit vonnis ingediend. Het proces-verbaal van de griffier en de verslaggever dienden uiterlijk op 7 maart 2012 bij dit Hof te zijn ingediend. Geen van beide is ingediend. Op 14 mei 2012 heeft de griffie van het arrondissement de griffier van dit Hof bij brief medegedeeld dat rekwirante geen regeling voor de betaling van het proces-verbaal bij de griffie had getroffen. Zie Tex. R. App. P. 35.3(a). Bij brief van 26 juni 2012 heeft dit Hof Jessop ervan in kennis gesteld dat hij het dossier van de griffier niet had betaald en ook geen betalingsregeling had getroffen, en dat zijn verzuim om dit te doen betekende dat het dossier niet tijdig zou worden ingediend. Wij hebben Jessop meegedeeld dat zijn beroep kan worden verworpen wegens het ontbreken van vervolging indien hij niet uiterlijk op 6 juli 2012 een regeling voor de betaling van het proces-verbaal heeft getroffen en een statusrapport met betrekking tot dit beroep heeft ingediend. Op 5 juli 2012 ontvingen wij per fax een brief van de raadsman van Jessop, waarin hij aangaf dat hij zijn cliënt op de hoogte had gesteld van zijn verplichting om geld voor het proces-verbaal te verkrijgen en dat hem was meegedeeld dat zijn cliënt ijverig bezig was met het regelen van het geld. De raadsman verzocht om een termijn tot 30 september 2012 om op de mededeling van het Hof te reageren en regelingen te treffen voor het proces-verbaal. Op 23 oktober 2012 heeft het Hof Jessop een tweede brief gestuurd met de mededeling dat het dossier in hoger beroep te laat was. Wij hebben Jessop meegedeeld dat zijn beroep kan worden verworpen wegens het ontbreken van vervolging indien hij niet uiterlijk op 2 november 2012 een regeling voor de betaling van het dossier treft en een statusrapport met betrekking tot dit beroep indient. Tot op heden is er geen verslag over de stand van zaken ingediend, is het proces-verbaal niet ingediend en zijn er geen regelingen getroffen voor de betaling van het proces-verbaal. Wij verwerpen het beroep wegens gebrek aan vervolging. Zie Tex. R. App. P. 37.3(b). __________________________________________ J. Woodfin Jones, Chief Justice Voor Chief Justice Jones, Justices Pemberton en Goodwin Verworpen wegens gebrek aan vervolging Ingediend: 21 december 2012 Niet publiceren 2