Cameralenzen hebben niet alleen een grote invloed op het uiterlijk van je film of video, maar ook op de sfeer die je probeert neer te zetten. Als je ervoor kiest om de standaardlens van je camera te gebruiken, ben je ongetwijfeld gedwongen om je visuele verhaal in gevaar te brengen.

Dit komt omdat lenzen helpen om diepte, positionering en objectprioriteit vast te stellen, om maar een paar van de meer voor de hand liggende veranderingen te noemen.

Als je momenteel een videocamera hebt, denk je misschien bij jezelf dat deze blogpost zinloos is omdat alleen meer professionele camera’s toegang hebben tot lenshulpstukken. Maar dat is gewoon niet meer het geval. Je kunt dit bericht lezen over 35mm scherptediepte opzetlenzen. Nu hebben zelfs de meest eenvoudige videocamera’s de mogelijkheid om lenzen te gebruiken en te verwisselen.

Laten we verder gaan. Er zijn vele soorten lenzen die je zou kunnen gebruiken in je films, documentaires, korte films en muziekvideo’s. Echter, omwille van de eenvoud gaan we 3 van de meest voorkomende schetsen. Als je deze drie lenzen toevoegt aan je gereedschapskist als filmmaker, krijg je nieuwe visuele flexibiliteit bij het componeren van je scènes.

De drie lenzen die we aanbevelen zijn:

1: Een “gewone lens”: Dit is een 50mm fotocamera-objectief
2: Een matige groothoeklens: 24-35mm fotocamera-objectief
3: Een matige zoomlens: 80-200mm fotocamera-objectief

Als algemene vuistregel geldt dat lenzen kleiner dan 50mm een groothoek beginnen te worden. Extreme groothoeklenzen zouden 17mm of 14mm zijn. Hoe kleiner het getal, hoe overdrevener de groothoeklenzen. 14 mm zou eigenlijk worden beschouwd als een fisheye-objectief. Lenzen die groter zijn dan 50mm worden beschouwd als telelenzen. Hoe groter het getal, hoe krachtiger de telemogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld een 100mm is minder overdreven dan een 500mm lens.

Er zijn andere lenzen zoals extreme groothoeklenzen of extreme telezoomlenzen, maar als je net begint met het opbouwen van je lenzenkit dan zijn deze lenzen niet zo praktisch voor alledaagse opnamen. In de toekomst wil je er misschien mee experimenteren, maar voor nu zijn ze niet nodig.

Een ander ding om in overweging te nemen is de “snelheid” van de lens. Als u een scherptediepteadapter voor uw videocamera gebruikt, ondervindt u al een verlies van licht omdat het licht door meer lagen glas moet reizen. Wanneer je een lens op je adapter bevestigt, moet het licht door nog meer glas en een kleinere lensopening. Daarom loopt u het risico van onderbelichting als u de belichting niet handmatig instelt. Het kan ook een uitdaging zijn om bij weinig licht te fotograferen. Om dit te ondervangen, moet je op zoek naar “snelle” lenzen. Dit zijn lenzen met een klein getal als grootst mogelijke diafragmaopening. Als u bijvoorbeeld op de ring van een lens kijkt, ziet u mogelijk de volgende reeks getallen.

1.8, 2.8, 4, 5.6, 8, 11, 16

of

4, 5.6, 8, 11, 16, 22, 32

Hoe kleiner de reeks getallen bij, hoe breder de mogelijke opening van het diafragma. In minder technische termen: hoe lager het getal waarmee de lens begint, hoe wijder de lens wordt geopend en er dus meer licht kan doorkomen.

In de bovenstaande voorbeelden is de lens die begint met 1.8 “sneller” dan de lens die begint met 4. Als u lenzen van Ebay koopt, kan de verkoper zijn lens als volgt classificeren.

50mm f/1.8

Dit betekent dat het een 50mm (normale hoek) snelle lens is met een diafragmaopening van 1.8 (wijd). Hoewel het contra-intuïtief is, hoe kleiner het f-getal, hoe groter de opening.

Dus hoe beïnvloeden al deze details je video-opnamen? Om te beginnen communiceren verschillende lenzen veel anders over diepte, afstand en ruimte. Een groothoeklens overdrijft de diepte en de afstand tussen voorwerpen en omvat meer van de omringende omgeving. Zoomlenzen daarentegen doen voorwerpen dichter bij elkaar lijken dan ze in werkelijkheid zijn en deze lenzen sluiten meer van de omgeving uit. 50mm normale lenzen zijn bedoeld om de kijker beelden te laten zien die ruwweg overeenkomen met de manier waarop het menselijk oog ziet.

Laten we eens kijken naar praktische voorbeelden van hoe deze verschillen van invloed zijn op uw opnamen.

Voorbeeld: Groothoeklens (24mm f/2.8)

Voorbeeld: Normale lens (50mm f/1.4)

Voorbeeld: Telelens (85-200mm f/4)

Opvallend zijn de verschillen tussen de 3 opnamen. Er werd een statief opgezet en de opstelling en de camera-instellingen bleven voor alle drie de opnamen dezelfde. Er is niets veranderd, behalve de gebruikte lens. Merk het verschil op tussen de hoeveelheid landschap die in elk beeld te zien is. De groothoeklens bevat de meeste informatie zowel verticaal als horizontaal en de zoomlens de minste informatie zowel verticaal als horizontaal.

Het is ook belangrijk op te merken dat de zoomlens de objecten in het beeld dichter bij elkaar drukt. Merk op dat de bergen dichter bij de gebouwen staan dan in de groothoekopname. Dit is belangrijk om te weten, want als je dialoogscènes opneemt, wil je de personages ofwel verder van elkaar of juist dichter bij elkaar laten lijken, afhankelijk van de sfeer die je wilt oproepen. Groothoeklenzen laten je personages afstandelijk en kil lijken, terwijl zoomlenzen je personages dichtbij en verwelkomend laten lijken. Het is niet ongebruikelijk om bij opnamen over de schouder (OTS) telelenzen te gebruiken.
Groothoeklenzen komen van pas als je in kleine ruimten fotografeert. Ze stellen je in staat meer van de omgeving te laten zien, iets wat je met normale lenzen niet kunt doen.

Je moet je lenzen kiezen op basis van de specifieke locatie en de sfeer die je probeert neer te zetten. Maar zoals je aan de voorbeelden hierboven kunt zien, maken lenzen een dramatisch verschil voor je foto. Oudere lenzen kun je voor een redelijke prijs van Craigslist of Ebay halen. De lenzen die in de voorbeelden hierboven zijn gebruikt, kosten in totaal $175 voor alledrie. Zoek naar goede deals. Je zult blij zijn dat je het gedaan hebt!