Epidemiologie
Als u zich ooit hebt afgevraagd of vegetariërs langer leven dan vleeseters, of waarom sommige mensen last hebben van chronische pijn en anderen niet, of wat de gevolgen voor de gezondheid zijn van ’s nachts werken, dan stelt u dezelfde vragen die epidemiologen-onderzoekers op het gebied van epidemiologie stellen.
Epidemiologie wordt beschouwd als de basiswetenschap van de volksgezondheid. Eenvoudig gezegd, het is de studie van wie ziek wordt en waarom. “Epidemiologie” betekent letterlijk “de studie van wat er onder de mensen is.” Het woord komt van het Griekse epi, dat “op” betekent, demos, dat “mensen” betekent, en logos, dat “studie” betekent.
In de begintijd concentreerde de epidemiologie zich op het bestuderen van ziekten zoals cholera. Tegenwoordig wordt epidemiologie toegepast op allerlei gezondheidsgerelateerde aandoeningen – ziekten (bijv. griep, kanker, depressie), gezondheidsproblemen (bijv. zwaarlijvigheid, hoge bloeddruk), verwondingen (bijv. werkgerelateerd, verkeersgerelateerd) en sociale problemen (bijv. gokken, huiselijk geweld). De rol ervan is te beschrijven wie door deze aandoeningen wordt getroffen, waarom, en wat kan worden gedaan om ze te behandelen en te voorkomen.
Populatie versus individu
Een onderscheidend kenmerk van epidemiologie is dat zij gezondheidsgerelateerde aandoeningen op populatieniveau bestudeert, in tegenstelling tot het individuele niveau. Een goede manier om dit te begrijpen is het vergelijken van de verschillende benaderingen van ziekten door clinici en epidemiologen.
Dokters en andere clinici houden zich voornamelijk bezig met de gevolgen van ziekte binnen één persoon. Zij werken één op één met patiënten om problemen vast te stellen en te bepalen wat kan worden gedaan om hen gezonder te maken.
Epidemiologen, daarentegen, houden zich bezig met de wijze waarop ziekten de samenleving als geheel beïnvloeden. Zij bestuderen groepen mensen om ziekten in populaties te diagnosticeren en erop te reageren: hoeveel zijn er getroffen (d.w.z. prevalentie), wie wordt getroffen en waarom (d.w.z. gezondheidsdeterminanten), en wat werkt en wat niet werkt om deze ziekten op maatschappelijk niveau te genezen of te voorkomen (d.w.z. behandelingsprotocollen, volksgezondheidsinterventies).
Laten we eens nader bekijken hoe epidemiologen hun studies van ziekten en andere aandoeningen uitvoeren. Om het “wie” te begrijpen, proberen epidemiologen te beschrijven welk deel van de bevolking getroffen is. Hoe varieert de prevalentie van een ziekte naar leeftijd, geslacht, etniciteit, inkomen, geografie, werkkring, enzovoort? Deze analyse gaat veel verder dan demografie. Het kan betrekking hebben op genetische aanleg, blootstelling tijdens de kindertijd, leefomstandigheden en meer.
Moeilijk om oorzaak te vinden
Inzicht in wie ziek wordt, is vaak de eerste stap om te leren welke factoren de oorzaak zouden kunnen zijn waarom mensen ziek worden. Soms doen epidemiologen een beroep op andere gebieden van wetenschap om het “waarom” te achterhalen. Zij kunnen van genetici te weten komen dat bepaalde soorten mensen vatbaar zijn voor een ziekte. Dat kan hen er dan toe brengen dieper in te gaan op andere factoren die bepaalde individuen binnen die groep tegen de ziekte zouden kunnen beschermen.
Hoewel epidemiologen trachten het waarom te begrijpen, kunnen zij zelden zeggen “omdat”. Onderzoekers moeten veel hindernissen nemen voordat zij een uitspraak kunnen doen over de oorzaak van een gezondheidsresultaat. Hoe sterk is het verband tussen gebeurtenis A en uitkomst B? Komt A altijd voor B? Volgt B altijd op A? Als A op de een of andere manier wordt veranderd, verandert B dan ook, en in dezelfde mate? Hoe meer onderzoekers deze vragen met ja kunnen beantwoorden, hoe dichter ze komen bij de mogelijkheid om te beweren dat A de oorzaak is van B.
Deze criteria voor oorzakelijk verband zouden u een idee moeten geven waarom epidemiologische studies zo moeilijk uit te voeren zijn. Zij zijn ook de reden waarom epidemiologen vaak zo omzichtig zijn bij het vermelden van de resultaten van hun onderzoek.
Vele van de termen die met epidemiologische studies worden geassocieerd, worden behandeld in andere “Wat onderzoekers bedoelen met …”-kolommen. Epidemiologische studies kunnen bijvoorbeeld observationeel of experimenteel, retrospectief of prospectief zijn. Experimentele studies omvatten gerandomiseerde gecontroleerde trials; observationele studies omvatten cross-sectionele studies, cohortstudies en case-control studies.
Epidemiologische studies zijn belangrijk. Zij vormen de basis voor een gezond volksgezondheidsbeleid en -strategieën, waardoor de gezondheid van hele bevolkingsgroepen wordt beschermd en verbeterd.