End-plate potential
End-plate potential (EPP), chemisch geïnduceerde verandering in elektrische potentiaal van de motorische eindplaat, het gedeelte van het spiercelmembraan dat tegenover de terminal van een zenuwvezel ligt bij de neuromusculaire junctie. Het membraan van de eindplaat is elektrisch gepolariseerd, waarbij de binnenzijde negatief is ten opzichte van de buitenzijde als gevolg van een ongelijke verdeling van ionen. Wanneer een zenuwimpuls de neurotransmitter acetylcholine uit het zenuwuiteinde vrijgeeft, bindt deze zich aan kanaalvormige receptormoleculen op de eindplaat, waardoor de kanalen worden geopend en positief geladen natriumionen in de spiercel kunnen stromen. Deze herverdeling van ionen depolariseert het membraan enigszins. Een enzym breekt dan snel de acetylcholine af, sluit de kanalen en laat het membraan terugkeren naar zijn vorige gepolariseerde toestand.
Acetylcholine wordt vrijgegeven in uitbarstingen, of quanta. Een enkel quantum veroorzaakt slechts een geringe depolarisatie, die een miniatuur eindplaatpotentiaal (MEPP) wordt genoemd. Honderd tot 200 quanta, gelijktijdig of in snelle reeksen vrijgegeven door een zenuwimpuls, veroorzaken meervoudige MEPP’s, die worden opgeteld, of gecombineerd, om een EPP te produceren. Als de EPP de cel depolariseert tot een cruciaal drempelniveau, zal hij de natriumkanalen langs het membraan volledig activeren en de actiepotentiaal produceren. De actiepotentiaal zal de spiercel vervolgens aanzetten tot contractie.