Een octopus in moeilijkheden
Er was eens een verlegen en stille octopus. Hij ging bijna altijd alleen rond, want hoewel hij veel vrienden wilde hebben, was hij te zelfbewust.
Op een dag probeerde de octopus een zeer glibberige oester te vangen. Voordat hij het wist, had hij zichzelf in één enorme knoop geknoopt, en hij kon zich niet meer bewegen. Hij probeerde zich met al zijn kracht los te wurmen, maar het lukte niet. Uiteindelijk moest hij, ondanks zijn grote schaamte om in zo’n kluwen gezien te worden, de voorbij zwemmende vissen om hulp vragen. Vele vissen zwommen voorbij en negeerden hem, maar één heel vriendelijk visje bood aan om te helpen al die tentakels los te maken van al die zuignappen.
De octopus voelde zich hartelijk opgelucht toen hij eindelijk bevrijd was, maar hij was zo verlegen dat hij niet tegen de vis durfde te praten en vriendschap met hem te sluiten. Hij bedankte de vis en zwom snel weg. Later bracht de octopus de hele nacht door met de gedachte dat hij een geweldige kans had laten liggen om vriendschap te sluiten met dat zeer vriendelijke visje.
Een paar dagen later lag de octopus uit te rusten tussen een paar rotsen, toen hij merkte dat iedereen om hem heen haastig voorbij zwom. Hij keek in de verte en zag een enorme vis die naar dat gebied kwam om zich te voeden. De octopus verstopte zich snel; toen hij vanuit zijn schuilplaats een oogje in het zeil hield, zag hij dat de enorme vis achter het vriendelijke visje aanzat dat hem had losgemaakt. Dat kleine visje had dringend hulp nodig, maar de grote vis zag er zo gevaarlijk uit dat niemand in de buurt durfde te komen. De octopus, die zich herinnerde hoe de kleine vis hem had geholpen, vond dat hij alles moest doen om hem te hulp te komen.
Zonder aarzelen schoot de octopus als een rog uit de rotsen. Hij zette zich precies in het pad van de reusachtige vis, en voordat de vis er iets aan kon doen, had de octopus de grootste inktstraal van zijn leven uitgeschoten. Hij greep de kleine vis en zwom terug om zich in de rotsen te verstoppen. Alles gebeurde zo snel dat de grote vis geen tijd had om te reageren. Maar hij was snel van de verrassing bekomen. Hij ging naar de rotsen, op zoek naar de octopus en de kleine vis. Nu wilde hij ze echt verslinden!
Maar al gauw begon hij vreselijke jeuk te voelen; eerst in zijn kieuwen, en toen in zijn vinnen, en toen over zijn hele lichaam. Het bleek dat deze reusachtige vis een zeer artistieke natuur had, hij hield van kleuren; en de donkere inkt van de octopus had hem een vreselijke allergie bezorgd!
Dus zwom de grote vis weg, geïrriteerd over heel zijn lichaam.
Zodra hij weg was, kwamen alle vissen die zich hadden verstopt en feliciteerden de octopus met zijn dapperheid. Toen vertelde de kleine vis hen hoe hij de octopus een paar dagen eerder had geholpen, maar hij had nog nooit iemand zo dankbaar weten zijn dat ze uiteindelijk iets zo gevaarlijks zouden doen. Toen ze dit hoorden, ontdekten de andere vissen hoe aardig de verlegen octopus was, en iedereen in de buurt wilde graag de vriend zijn van zo’n dappere en eerbare octopus.