Derating curve/stroomvoerende capaciteitscurve
De derating curve geeft aan welke stromen via alle mogelijke aansluitingen continu en gelijktijdig kunnen vloeien wanneer het onderdeel wordt blootgesteld aan verschillende omgevingstemperaturen beneden zijn bovengrenstemperatuur.
De bovengrenstemperatuur van een onderdeel is de nominale waarde die wordt bepaald door de gebruikte materialen. Het totaal van de omgevingstemperatuur plus de temperatuurstijging veroorzaakt door de stroombelasting (vermogensverlies bij volumeweerstand) mag de bovengrenstemperatuur van het onderdeel niet overschrijden, anders wordt het beschadigd of zelfs geheel vernield.
Het stroomvoerend vermogen is dus geen constante waarde, maar neemt eerder af naarmate de omgevingstemperatuur van het onderdeel toeneemt. Bovendien wordt de stroombelastbaarheid beïnvloed door de geometrie van het onderdeel, het aantal polen en de daarop aangesloten geleider(s). Het stroomvoerend vermogen wordt empirisch bepaald volgens DIN IEC 60512-3. Hiertoe worden de resulterende componenttemperaturen tb1, tb2, … en de omgevingstemperaturen tu1, tu2 gemeten voor drie verschillende stromen I1, I2, I3, …