Deeltjesgrootteverdeling afhankelijk van het meetprincipe
Om het begrip “deeltjesgrootteverdeling” te introduceren, moet “deeltjesgrootte” eerst worden gedefinieerd. De vorm van bijna alle deeltjes kan niet eenvoudig en kwantitatief worden uitgedrukt als “bollen” of “kubussen”. Deeltjes zijn complexe en onregelmatige vormen, en hun deeltjesgrootte kan niet rechtstreeks worden gedefinieerd. Daarom wordt de indirecte definitie “bol-equivalente diameter” gebruikt. Volgens deze definitie wordt, wanneer een bepaald deeltje volgens een bepaald meetprincipe wordt gemeten, de deeltjesgrootte van het gemeten deeltje uitgedrukt door de diameter van een bolvormig lichaam dat hetzelfde resultaat (d.w.z. meetgrootheid of meetpatroon) oplevert. Bijvoorbeeld, bij de “precipitatiemethode” wordt de deeltjesgrootte van het te meten deeltje met dezelfde precipitatiesnelheid als een bol met een diameter van 1 µm van dezelfde stof als het te meten deeltje, geacht 1 µm te zijn. Met de “laser diffractie/verstrooiing methode” echter, is de deeltjesgrootte van het te meten deeltje dat hetzelfde verstrooide lichtpatroon vertoont als een bol met een diameter van 1 µm, 1 µm, ongeacht de vorm van het deeltje.