De oorsprong van het Tweede Amendement
In het Tweede Amendement op de Grondwet staat eenvoudigweg: “Een goed geregelde militie is noodzakelijk voor de veiligheid van een vrije staat, het recht van het volk om wapens te houden en te dragen zal niet worden geschonden.” Die taal en dat idee waren duidelijk belangrijk voor de Founding Fathers.
Maar waarom?
Het Tweede Amendement is geworteld in meerdere bronnen: Engels recht, Amerika’s revolutionaire ervaring, en hedendaagse Europese politieke gedachten. In het kort komt het basisidee erop neer dat een volk het recht heeft zich te verdedigen tegen tirannie; en dat als een regering het sociale contract met zijn volk schendt, het volk het recht heeft die regering omver te werpen. De toegang van het volk tot wapens is de conditio sine qua non van een dergelijk ideaal.
Dit argument ligt aan de basis van de Onafhankelijkheidsverklaring toen de kolonisten de heerschappij van de koning van Groot-Brittannië omver wierpen. In zekere zin viert iedere Amerikaan dit idee dus ieder jaar.
Het is moeilijk voor te stellen dat de generatie die de Amerikaanse Revolutie op gang bracht dit deed zonder de ideeën in het Tweede Amendement te omarmen.
Voor de kolonisten was de angst voor tirannie heel reëel. Absolute monarchie was de norm op het vasteland van Europa. Conformiteit in religie en politiek werd afgedwongen door grote staande legers. Het idee van volkssoevereiniteit was ketters.
De bomaanslagen in Europa kregen veel publiciteit en werden nog reëler doordat sommige slachtoffers als vluchteling in Amerika terechtkwamen.
Een schrijnend voorbeeld was de vervolging van protestanten in Frankrijk in de jaren 1680. Soldaten werden ingekwartierd in protestantse huizen en mochten de bewoners bestelen en mishandelen totdat zij zich bekeerden tot het katholicisme of het land verlieten. Sommige van deze Hugenoten vonden een nieuw thuis in Amerika.
England en zijn uitlopers in de koloniën vormden een uitzondering op de absolutistische tendens in Europa, en de Whiggish tak van de politieke klasse was voortdurend op zijn hoede tegen koninklijke inbreuken op de rechten van het volk en zijn vertegenwoordigers in het Parlement.
De Whigs zagen zichzelf als erfgenamen van degenen die in de jaren 1640 tegen koning Charles I hadden gevochten toen deze probeerde de parlementaire privileges te beperken en waren de directe erfgenamen van degenen die koning James II in 1688 ten val brachten.
Een van de overtredingen van koning James was de poging om de protestanten te ontwapenen. Hij werd gezien als pro-katholiek en men vreesde dat hij van plan was bekeringen af te dwingen.
Een jaar na die Glorieuze Revolutie nam Engeland zijn eigen Bill of Rights aan. Een van de “oude” rechten die daarin werden opgesomd was het recht om wapens te houden en te dragen, een feit dat door het Amerikaanse Hooggerechtshof werd aangehaald in een belangrijke uitspraak over het Tweede Amendement in 2008.
De kolonisten zagen zichzelf als passend in deze Whig traditie toen zij zich begonnen te verzetten tegen de pogingen van Londen om troepen in hun huizen te gaan inkwartieren en onwettige belastingen te gaan heffen.
De kolonisten lieten zich ook inspireren door de ideeën van politieke denkers van de Europese Verlichting.” John Locke en Jean-Jacques Rousseau, in het bijzonder, zetten het “sociaal contract” uiteen.
Het idee dat mensen een tirannieke regering omver kunnen werpen is in theorie misschien bewonderenswaardig, maar de VS heeft geen goede staat van dienst als het gaat om het accepteren van deze theorie wanneer die wordt toegepast tegen Washington. De VS waren niet gelukkig toen de Geconfedereerde Staten dit idee in 1861 in praktijk probeerden te brengen; noch toen de Black Panthers het bepleitten in de jaren 1960; en zelfs niet toen boze boeren in Pennsylvania het probeerden in de Whiskey Rebellion in de jaren 1790.
Het kernprobleem, in de praktijk, is wie spreekt namens het volk?
Naast het collectieve recht om wapens te houden en te dragen, was het Tweede Amendement waarschijnlijk ook bedoeld om het individuele recht op het dragen van wapens te verdedigen. Sommige van de vroegste juridische commentaren in de nieuwe republiek gaan hierop in, zoals St. George Tucker’s geannoteerde versie van Blackstone’s “Commentaries on the Laws of England.”
Maar de definitieve verduidelijking kwam pas in 2008 van het Hooggerechtshof, in DC vs. Heller, toen het hof oordeelde met 5 tegen 4 dat het Tweede Amendement wel degelijk verwijst naar het recht van individuen om wapens te houden en te dragen en niet alleen naar een collectief recht van gemeenschappen om zich te verdedigen tegen tirannie.
In zekere zin is de vraag voor Amerika vandaag de dag of de theoretische noodzaak om zich te verdedigen tegen tirannie nog steeds zwaarder weegt dan de kennelijke noodzaak voor de volksgezondheid om het aantal doden door wapens te verminderen.