Contrastverbetering
Contrastverbetering is een alomtegenwoordige term in de radiologie en kan op drie manieren worden gebruikt.
Ten eerste kan het verwijzen naar elke methode om het zichtbare verschil tussen aangrenzende structuren op beeldvorming te overdrijven door toediening van contrastmiddelen/agentia. Dit omvat ook het onderscheiden van normale structuren. Er zijn veel verschillende soorten, die per modaliteit verschillen (zie het artikel over contrastmiddelen voor nadere informatie).
Ten tweede kan contrastversterking ook verwijzen naar kenmerken van abnormale laesies in het lichaam. De diffusie van de contraststoffen vanuit de bloedbaan naar de lichaamsweefsels is fysiologisch beperkt. Bij sommige pathologieën, zoals kanker, kunnen zich nieuwe abnormale bloedvaten ontwikkelen (neoangiogenese), die vaak lekkender zijn dan normale haarvaten, waardoor de laesie veel beter zichtbaar is op scans met contrastversterking.
In het geval van het CZS beperkt de bloed-hersenbarrière (BBB) de diffusie van contrastmiddelen. De bloed-hersenbarrière is vaak verstoord bij pathologieën van het CZS, hetgeen leidt tot een laesionale versterking na toediening van contrastmiddelen op CT/MRI-scans.
Een derde toepassing van de term contrastversterking is bij de nabewerking van beelden. De verbetering van de zichtbaarheid van laesies wordt verkregen door de grijsschaal van de beelden op een niet-lineaire wijze te herverdelen om de scheiding van subtiele of verborgen variaties in pixelintensiteit in een meer visueel waarneembare verdeling te verbeteren, en aldus te profiteren van de fysiologische eigenschappen van het menselijk gezichtsvermogen.