Conciliarisme – Duffel – – Major Reference Works

mei 12, 2021
admin

De term “conciliarisme” kan in brede zin worden gebruikt om te verwijzen naar pogingen, vanaf de vroeg-katholieke kerk tot heden, om de pauselijke controle over de kerk te beperken door middel van een algemeen concilie. In striktere zin wordt de term vaak gebruikt om te verwijzen naar de beweging die ontstond als reactie op het “westerse schisma” (1378-1417), dat weer kortstondig de kop opstak na het “schisma van Pisa” (1511-13). Deze beweging diende als katalysator van het middeleeuwse constitutionele denken en droeg in belangrijke mate bij tot de ontwikkeling van het idee van “regering met instemming”. Tijdens het zogenaamde westerse schisma kreeg de katholieke kerk te maken met twee (en later drie) rivaliserende pausen. De situatie werd pas 40 jaar later (1414-18) opgelost op het concilie van Konstanz. Aangezien de paus gewoonlijk als het hoofd van de kerk werd beschouwd, was voor de acties van het concilie een speciale rechtvaardiging nodig. De apologeten van het concilie van Konstanz (o.a. Conrad van Gelnhausen, Hendrik van Langenstein, en Pierre d’Aily) steunden sterk op de canonistische corporatietheorie, en waren ook schatplichtig aan Johannes van Parijs, Willem van Ockham, en Marsilius van Padua. Het concilie liet zichzelf de suprematie gelden in zaken van ketterij, schisma en hervorming, en bepaalde dat het regelmatig bijeen moest komen. Vanaf 1408-18 (in de latere periode waren de apologeten Pierre d’Aily, Jean Gerson, en Franciscus Zabarella) wordt het conciliair meer een theologie van de kerk. Weinig conciliaristen pasten hun argumenten expliciet toe op de wereldlijke overheid. Niettemin vergemakkelijkten de algemene bewoordingen waarin de argumenten naar voren werden gebracht hun transformatie tot all-purpose politieke principes. Verscheidene conciaristen stelden theorieën van gemengd bestuur voor, maar op het concilie van Bazel (1431-49) gingen velen verder door de soevereiniteit van de gehele kerk uit te spreken, die de kerk uitoefende via het concilie als haar vertegenwoordiger. Nicolaas van Cusa, die de belangrijkste bijdrage leverde aan het concilie van Bazel, schreef over de grondslag van de regering in een taal die lijkt op die van latere theoretici van het sociaal contract: aangezien allen van nature vrij zijn, en gelijk in macht, kan de juist gewijde macht van een heerser alleen voortkomen uit de overeenstemming en instemming van de onderdanen (Nicolaas van Cusa 1991: 98). In het begin van de zestiende eeuw deden Jacques Almain en John Mair het conciliarisme herleven, en zorgden daarmee voor een cruciale schakel in de overdracht van het middeleeuwse constitutionele denken. In hun denken wordt het recht van de kerk om een paus af te zetten die schuldig is aan een beruchte misdaad, behandeld als een toepassing van de algemene rechten van politieke gemeenschappen – burgerlijke en kerkelijke – om te handelen voor hun behoud en welzijn. Deze ideeën werden vaak herhaald en aangehaald door zeventiende- en achttiende-eeuwse tegenstanders van de absolute monarchie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.