Cerebrale autoregulatie

okt 20, 2021
admin

Cerebrale autoregulatie is een proces bij zoogdieren dat erop gericht is een adequate en stabiele cerebrale bloedstroom in stand te houden. Terwijl de meeste systemen van het lichaam een zekere mate van autoregulatie vertonen, zijn de hersenen zeer gevoelig voor over- en onderperfusie. De autoregulatie van de hersenen speelt een belangrijke rol bij het handhaven van een adequate bloedstroom naar dat gebied. Hersenperfusie is essentieel voor het leven aangezien de hersenen een grote metabolische behoefte hebben. Door middel van cerebrale autoregulatie is het lichaam in staat voldoende bloed met zuurstof en voedingsstoffen aan het hersenweefsel te leveren voor deze stofwisselingsbehoefte, en CO2 en andere afvalproducten af te voeren.

Schematische weergave van cerebrale autoregulatie.

Cerebrale autoregulatie

Cerebrale autoregulatie verwijst naar de fysiologische mechanismen die de bloedstroom op een geschikt niveau houden tijdens veranderingen in de bloeddruk. Vanwege de belangrijke invloeden van arteriële kooldioxideniveaus, cerebrale stofwisselingssnelheid, neurale activering, activiteit van het sympathische zenuwstelsel, lichaamshouding, alsmede andere fysiologische variabelen, wordt cerebrale autoregulatie echter vaak geïnterpreteerd als het omvatten van het bredere gebied van cerebrale bloedstroomregulatie. Dit gebied omvat gebieden zoals CO2 reactiviteit, neurovasculaire koppeling en andere aspecten van cerebrale hemodynamica.

Deze regulatie van de cerebrale bloedstroom wordt voornamelijk bewerkstelligd door kleine slagaders, arteriolen, die ofwel verwijden ofwel samentrekken onder invloed van meerdere complexe fysiologische regelsystemen. Stoornissen van deze systemen kunnen zich bijvoorbeeld voordoen na een beroerte, trauma of anesthesie, bij premature baby’s en zijn betrokken bij de ontwikkeling van hersenletsel. De niet-invasieve meting van relevante fysiologische signalen zoals cerebrale bloeddoorstroming, intracraniële druk, bloeddruk, CO2-niveaus, cerebraal zuurstofverbruik, enz. vormt een uitdaging. Nog moeilijker is de latere beoordeling van de controlesystemen. Er is nog veel onbekend over de fysiologie van de bloedstroomregeling en de beste klinische interventies om het resultaat voor de patiënt te optimaliseren.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.