Bijbelcommentaren

jan 8, 2022
admin

Vers 1-14

Jesaja 58:1. Roep luid, spaar niet, verhef uw stem als een bazuin en toon mijn volk hun overtreding, en het huis van Jakob hun zonden.

Zie, vrienden, hoe verstard mensen van nature zijn. Gods boodschappers moeten niet alleen spreken, zij moeten zeer krachtig spreken, zij moeten spreken als met het geluid van een bazuin, voordat de mensen hen zullen horen. Tot de meest verstokten van allen behoren zij die denken dat zij Gods volk zijn, maar dat in werkelijkheid en geestelijk niet zijn. Het is moeilijk om de gewone zondaar te bereiken; maar het is nog moeilijker om de gedoopte zondaar te bereiken, de man die beweert christen te zijn, maar die alleen de naam heeft om te leven, terwijl hij geestelijk dood is.

Isaja 58:2. Nochtans zoeken zij Mij dagelijks, en verlustigen zich in het kennen van Mijn wegen,

Zij zijn zorgvuldig in het morgengebed, zij willen niet in hun zaken gaan zonder de knie voor God te buigen; en zij zijn gretige en aandachtige hoorders in het huis des Heren.

Isaja 58:2. Als een volk, dat gerechtigheid deed, en de verordening huns Gods niet verloochende; zij vragen Mij de verordeningen der gerechtigheid; zij scheppen er behagen in, tot God te naderen.

Is het niet vreemd, dat de mensen dikwijls behagen blijven scheppen in de uiterlijke kenmerken van de godsdienst, terwijl zij hun hart geven aan hun zonden? Uiterlijk houden zij zich met grote regelmaat aan alle godsdienstige voorschriften; maar in het hart zijn zij ver van God verwijderd.

Jesaja 58:3. Waarom hebben wij gevast, zeggen zij, en gij ziet het niet? Waarom hebben wij onze ziel verdrukt, en gij neemt er geen kennis van?

Zij konden niet begrijpen waarom hun godsdienstigheid hun geen voordeel opleverde.

Zij vastten, maar zij vonden zichzelf daardoor niet verbeterd. Zij verdrukten hun zielen, doch zij ontvingen geen vergiffenis voor hun zonden, en zij konden het niet te weten komen. De Here verklaarde het geheimenis.

Isaja 58:3. Ziet, op den dag uwer vasten zijt gij gevlucht van vermaak, en al uw arbeid is geoorloofd.

Het is zeer gemakkelijk u te onthouden van het eten van een bepaald soort voedsel, doch gij kunt een ander soort voedsel even smakelijk maken; en terwijl gij zelf rust, kunt gij anderen dwingen voor u te werken. Wat is dit anders dan hypocrisie? Ik geloof dat het een algemeen gezegde is onder de Arabieren en de Egyptenaren, wanneer een man zeer lelijk van humeur is: “Men zou denken dat hij een vasten hield,” omdat het dikwijls voorkomt in lange vasten dat mannen prikkelbaar worden; wat is het nut van vasten als dat het enige resultaat is?

Isaja 58:4. Ziet, gij vast om te twisten en te twisten, en om te slaan met de vuist der boosheid:

Zelfs in hun vasten, twistten zij met elkander; de een zei dat het vasten op zulk een dag moest zijn, de ander wilde het op een andere dag houden; en ongetwijfeld zijn er sommige belijdende Christenen die zeer ijverig zijn, voornamelijk uit wrok tegen andere belijders; zij houden met evenveel ijver vastendagen of feestdagen op de verkeerde manier als anderen op de goede manier. Het is jammer wanneer dit soort partijgeest vermengd wordt met de waarnemingen van de godsdienst.

Jesaja 58:4. Gij zult niet vasten gelijk gij heden doet,

Sommigen vastten om zeer godsdienstig te lijken. “O!” zeiden de mensen, zo’n man moet wel heel goed zijn, hij vast driemaal in de week.” Dat is een soort vasten waarvoor God geen respect heeft. Trots te zijn, terwijl wij met de maag vasten, is een slechte manier om te tonen hoe heilig wij zijn.

Jesaja 58:4-5. Om uw stem te laten horen in de hoogte. Is het zulk een vasten, dat Ik verkoren heb? Een dag voor een mens om zijn ziel te verdrukken? Is het om zijn hoofd neer te buigen ons een braamstruik, en om sackcloth en as onder hem uit te spreiden? Zult gij dit een vasten noemen, en een aanvaardbare dag voor de Here?

De loutere schijn van droefheid, het uiterlijke gewaad van versterving, – wat is daar in om de Here te behagen?

Jesaja 58:6. Is dit niet het vasten, dat Ik verkoren heb? Om de banden der goddeloosheid los te maken, om de zware lasten los te maken, en de verdrukten vrij te laten, en dat gij elk juk verbreekt?

Dat is het soort vasten, waar God zorg voor draagt, – wanneer een mens ophoudt degenen, die voor hem zwoegen, te onderdrukken, wanneer hij hun werk lichter maakt, wanneer hij hun troost zoekt, wanneer hij hen niet langer vermaalt tussen de molenstenen, die het leven uit hen dreigen te verpletteren.

Jesaja 58:7. Is het niet, dat gij den hongerige uw brood uitdeelt, en den arme, die verstoten is, in uw huis brengt? Wanneer gij den naakte ziet, dat gij hem bedekt, en dat gij u niet verbergt voor uw eigen vlees?

Want zij zijn uw eigen vlees en bloed. Al zijn zij dan vreemden voor u, toch zijn zij mensen als uzelf. Dit is de vasten, waar God behagen in schept, wanneer de mensen zorg dragen voor de armen, en de nooddruftigen ontlasten, wanneer dit geschiedt,–

Isaja 58:8. Dan zal uw licht opgaan als de morgen, en uw gezondheid zal spoedig opgaan; en uw gerechtigheid zal voor uw aangezicht uitgaan; de heerlijkheid des HEEREN zal uw loon zijn.

Geef deze beloften niet uit hun verband. Ziet toe, dat zij gedaan worden aan hen, die de naakten kleden, en de hongerigen voeden, en de armen verzorgen. Als gij dit gedaan hebt, dan kunt gij God vragen deze belofte te vervullen, maar niet anders. Dan, wanneer gij dit gedaan hebt,-

Jesaja 58:9. Dan zult gij roepen, en de HEERE zal antwoorden; gij zult roepen, en Hij zal zeggen: Hier ben Ik.

Als gij voor de behoeftigen hebt gezorgd, zal God voor u zorgen wanneer gij behoeftig zijt. Is het niet Zijn manier om de gift van zelfs een beker koud water aan een van Zijn discipelen te belonen? Heeft Hij niet beloofd, dat Hij hetgeen wij om Zijnentwil aan anderen hebben gegeven, in onze boezem zal teruggeven?

Jesaja 58:9. Indien gij het juk uit uw midden wegneemt,

dien gij niemand verdrukt,-

Isaja 58:9. Het uitsteken van de vinger,

Dat is, de vinger minachtend wijzend naar mensen, en de minachtende vraag: “Wie zijn zij?” — Het neerzien op je medemensen, die misschien veel beter zijn dan jezelf, dat alles moet je wegdoen.

Jesaja 58:9. En het spreken van ijdelheid;

Die voortdurende ijdele praat, waar sommigen zo dol op zijn, die uiting van leugenachtigheid, die velen beoefenen, ook dat moet weggedaan worden.

Isaja 58:10. En indien gij uw ziel uitstrekt naar de hongerige, en de bedroefde ziel tevreden stelt, zo zal uw licht opgaan in de duisternis, en uw duisternis zal zijn als de middagdag.

Denk nu nog eens aan hetgeen ik zo-even zei; ga niet stelen met deze belofte zonder het verband op te merken, waarin zij geplaatst is: “Indien gij uw ziel uitstrekt tot den hongerige, en de bedroefde ziel tevreden stelt, zo zal uw licht opgaan in de duisternis;” maar niet tot dan.

Isaja 58:11. En de HEERE zal u geduriglijk leiden, en uw ziel in droogte verzadigen, en uw beenderen vet maken; en gij zult zijn als een gewaterde tuin, en als een waterbron, welks wateren niet ontbreken.

Wat een rijke beloften aan de vrijgevige en de goedertierene! Er zijn er die verstrooien en toch vermeerderen, en er zijn er die meer achterhouden dan passend is, en dat neigt tot armoede. Deze beloften zijn duidelijk gemaakt aan hen die zorgen voor de behoeftigen en lijdenden. Broeders en zusters, let goed op wat de Heer u hier leert, want deze dingen zijn veel beter dan vasten. Beter dan welke uiterlijke verordening dan ook zijn echte daden van vriendelijkheid, want bedenk dat dezelfde God die zei: “Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand”, de tweede tafel van Zijn wet als volgt liet luiden: “En uw naaste als uzelf.”

Isaja 58:12. En zij, die uit u zullen zijn, zullen de oude woestenijen bouwen; gij zult de fundamenten van vele geslachten oprichten; en gij zult genoemd worden: De hersteller der breuk, de hersteller der paden om in te wonen.

Gods volk moet trachten woestijnen in paradijzen te veranderen. Er is geen deel van de wereld zo vol van verdriet, maar het hart van de gelovige kan er blijdschap in brengen.

Jesaja 58:13-14. Indien gij uw voet afwendt van den sabbat, van het doen van uw welgevallen op mijn heilige dag; en den sabbat noemt tot een verrukking, het heilige des HEEREN, eerbaar; en Hem eert, niet doende uw eigen wegen, noch vindende uw eigen welgevallen, noch sprekende uw eigen woorden; zo zult gij u verlustigen in den HEERE

Er is geen twijfel aan, dat een eerbiedig, gelukkig, vreugdevol houden van den sabbat zeer bevorderlijk is voor de geestelijke vooruitgang. Hier is de belofte aan hen die zich in de Sabbat verlustigen,-

Jesaja 58:14. En Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en u voeden met de erfenis van Jakob, uw vader; want de mond des HEEREN heeft het gesproken.

God helpe ons om de voorschriften van dit hoofdstuk in acht te nemen, opdat de beloften ervan gezegend vervuld mogen worden in onze ervaring! Amen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.