Analyse van de Afro-Amerikaanse vrouwenneus
De Afro-Amerikaanse neus is breed geclassificeerd als etnisch, maar verschilt significant in morfologie van die van andere etnische groepen waarmee hij wordt gecategoriseerd. De doelstellingen van deze studie waren (1) het opstellen van een objectief protocol voor de analyse van de Afro-Amerikaanse vrouwenneus met behulp van antropometrische metingen, en (2) bepalen of subjectieve subcategorisatieschema’s een betrouwbare vervanging zijn voor antropometrie. Afro-Amerikaanse vrouwen (n = 107) tussen de 18 en 30 jaar stemden toe om deel te nemen aan deze studie. Er werden foto’s en 14 standaard antropometrische metingen van het gezicht en de neusregio genomen, inclusief neuslengte, neusbreedte, speciale hoogte van het bovengezicht, intercantale afstand, mondbreedte, neusbrugneiging, neustipuitsteeksel, aladikte, neuswortelbreedte, neusbruglengte, tangentiale lengte van de ala, lengte van de columella, nasofrontale hoek, en nasolabiale hoek. Neusindexen waaronder neusbreedte-neushoogte-index, neustipuitsteeksel-neushoogte-index en neustipuitsteeksel-neusbreedte-index werden berekend. Bovendien werd een fotografische analyse uitgevoerd om de vorm van de neusvleugels, de neusbasis en de hoogte van de neusrug te evalueren. Proportionele relaties en subcategorisatieschema’s werden geëvalueerd. Een nieuwe methode van neusanalyse voor de Afro-Amerikaanse vrouw gebruikt de proportionele verhoudingen van de antropometrische metingen. De proportionele verhoudingen omvatten een columellaire tot lobulaire verhouding van 1,5:1, een nasolabiale hoek van 86 graden, en een alarbreedte tot intercantale afstandsratio van 5:4. Het nasale dorsale hoogte classificatieschema was het meest betrouwbaar voor subjectieve analyse. De mate van variabiliteit binnen deze groep jonge Afro-Amerikaanse vrouwen wordt geïllustreerd door de volgende indexen en hun respectievelijke bereiken: neusbreedte-neushoogte-index gemiddeld 79,7 (bereik van 57 tot 102); neuspuntuitsteeksel-neushoogte-index gemiddeld 33,8 (bereik van 23 tot 46); en neuspuntuitsteeksel-neusbreedte-index gemiddeld 42,8 (bereik van 32 tot 61). De gegeven richtlijnen zijn een basislijn van waaruit de analyse en evaluatie kan beginnen.