Tijdens het proces van anaërobe gisting breken micro-organismen biomassa af in een zuurstofvrije omgeving. Fermentatie vindt plaats in vier stappen: Hydrolyse, fermentatie (acidogenese), acetogenese en methanogenese. De laatste stap leidt tot de productie van biogas en digestaat (een nat residu).

Positieve business case voor vergisting

Anaerobe vergisting van afval levert gewoonlijk een lage biogasproductie op. Er zijn hoge kosten verbonden aan de verwijdering van het digestaat, en efficiënte toepassing van biogas kan lastig zijn op de (afgelegen) locaties waar het wordt geproduceerd (meestal boerderijen). Dit is een van de redenen waarom het moeilijk is een positieve business case te maken voor de productie van biogas. Door verschillende voorbehandelingstechnieken toe te passen, kunnen we de productie van biogas verhogen en versnellen. Dit verbetert de opbrengst en verlaagt de kapitaalkosten van de vergistingsinstallatie. De kosten voor de verwijdering van digestaat kunnen worden verlaagd door stikstof en fosfaat met scheidingstechnieken uit het digestaat te verwijderen. De resulterende stoffen kunnen vervolgens als meststof worden verkocht of tot diervoeder worden verwerkt.

Markten voor biogas

Biogas wordt momenteel meestal verbrand in warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) op landbouwbedrijven. Dergelijke installaties hebben vaak moeite om een nuttige toepassing te vinden voor de geproduceerde warmte. Wageningen Food & Biobased Research onderzoekt de mogelijkheden om biogas te raffineren voor verschillende markten: Brandstof voor auto’s en vrachtwagens, CO2 voor kassen en warmte voor bedrijven. Ook onderzoeken we mogelijkheden om stikstof- en fosfaatmeststoffen te produceren uit digestaat (mestraffinage).